zondag 30 september 2007

Adolescentie in Fictie: Orlando

In " Adolescentie in Fictie" wordt gewerkt aan een post-wetenschappelijke benadering. De post-wetenschappelijke benadering kan gezien worden als het verlengde van een postmoderne onderzoeksmethode. Waar de moderne benadering nog is gebaseerd op een verlichte traditie en stuurt op het vinden van de waarheid door het gebruik van de ratio, gaat deze benadering ervan uit dat de waarheid niet bestaat en dat we het moeten doen met verschillende verhalen (perspectieven). In mijn post wetenschappelijke benadering wil ik nog een stap verder gaan door ook de relkatieve waarheidsclaim van de verschillende perspectieven te laten vallen. Theorie wordt tot een literaire productie, en heeft daarmee de status van een fictief werk.

Het kenmerk van fictie is fantasie. Fantasie ontspruit uit de subjectieve verbeelding.Dat wil niet zeggen dat er niet bij wordt nagedacht. Sterker nog : ik ben van mening dat hoogstaande vormen van verbeelding, alleen kunnen voorkomen als de auteur zijn denkwerk ook heeft gedaan. Het is daarom geen wonder dat grote literatoren als Nabokov, Borges, Brodsky, om er maar een paar te noemen, niet alleen creatief , maar ook intellectueel mensen zijn met enorme vermogens. Voortdurend lijken ze als waarnemer, als analyticus, en als gesprekspartner in relatie te staan met de hun omringende werkelijkheid. Door deze voortdurende dialoog wordt de verbeelding geprikkeld en ontstaat een orgineel, genuanceerd beeld van de werkelijk-heid. Dit fictieve beeld is geen oud beeld, maar een nieuw beeld. Aangezien nieuwe beelden nog niet bestaan zijn ze automatisch werken van de fantasie.

Een tweede kenmerk van fictie is de levende samenhang. Een fictieve wereld heeft zijn eigen samenhang.Het is een wereld met zijn eigen taal, personages en decors. Het is een wereld die in elkaar grijpt als een levend organisme. Door deze organische samenhang heeft fictie ook altijd een ongebruikt potentieel. Het is een geen geisoleerde wereld als een ambtelijke tekst. Het is in feite groter dan de auteur. Het zet aan tot denken. Het inspireert anderen om er verder aan verder te werken. Fictie is geen statische wereld, maar een wereld die voortdurend in beweging is. Elke creatie kan , achter een boom, of een huis, weer een nieuwe creatie oproepen. Niemand is eigenaar van het geheel. Het geheel leeft zijn eigen leven.

Werken vanuit fictie maakt de postwetenschappelijke benadering pas echt interessant. Als onderzoeker stijg je als het goed is uit boven het cognitieve. De intellectuele arbeid is het huiswerk dat gedaan moet worden. Maar dan begint het pas echt; de creatieve daad van een nieuw design.De validiteit daarvan hangt af van een onophoudelijk proces van ontdekking en heront-dekking en een esthetische vormgeving. De verantwoorde theorie die de werkelijkheid vangt kan hooguit de tekst van een personage zijn.

Geen opmerkingen: