vrijdag 14 september 2007

Onderzoek & Ontwerp Pedagogische Revolutie

Onderzoek naar een geweldloze "Pedagogische Revolutie" beschouw ik als het inhoudelijk overkoepelend thema van mijn deelonderzoeken (Adolescentie in fictie, Liberal arts, Academische scholen, Schoolontwerpen).Het betreft een kritisch benadering van het hedendaagse Hoger Onderwijs. Een onderwijs dat lijkt te verzanden in bureaucratie, technocratie en neo-conservatisme. Op basis van onderzoek probeer ik te komen tot nieuwe ontwerpen (School Design/Educatief Design) in het Hoger Onderwijs die passen in de urbane post moderne samenleving waarin wij nu leven.

Een van de inspiratiebronnen voor mijn werk is het gedachtegoed van van Paul Geisler. Dit jaar verscheen bij de Amerikaanse kritische uitgeverij Peter Lang Publishers het veelzeggende "Higher Education at a Crossroads".Geisler beschrijft in deze publicatie hoe het Hoger Onderwijs lijdt aan een ziekte die hij aanduidt als "dysacademia".Deze pathologische conditie heeft zijn eigen symptomen en complicaties.Een van de symptomen die hij beschrijft is het steeds verder oprukken van een controlerende neo-liberale bureaucratie met een sterke orientatie op economisch rendament en politieke correctheid.In het verlengde daarvan schetst hij het steeds verder marginaliseren van de verdiepende, op Liberal Arts gebasseerde, opleiding-traditie.Geisler zoekt in zijn boek naar een remedie. Daarbij valt hij terug op de postmoderne filosofie van Deleuze en Serres.Dat betekent: denken in open systemen en subjectieve epistemologie gebasseerd op informele lijnen.Op basis van dit paradigma ontwikkelt hij een opleidingsconcept vanuit het principe "ontdekking"(Serres spreekt over: " the art of inventing").Iets dat doet denken aan het door mij beschreven Progressieve Liberal Arts concept.De kracht van dit opleidingsmodel is dat het kan leiden tot maximalisatie van de dynamische groei bij studenten.

Bij het lezen van Geisler moest ik meteen denken aan het inspirerende en oncoventionele werk van Jan Brandsma. Jan Brandsma, directeur van de Faculteit Educatie van de Hogeschool Utrecht, heeft de afgelopen jaren gestuurd op innovatie van het Hoger Onderwijs binnen zijn eigen faculteit(Archimedes Lerarenopleiding, Seminarium voor Ortho-pedagogiek, Instituut Theo Thijsen)en daarbuiten.Niet zonder succes. Opmerke-lijke wapenfeiten zijn geweest: het contact met de samenleving werd op alle fronten versterkt, het aantal studenten groeide explosief, en een aantal opleidingen met een werkelijk innovatieve structuur(denk aan "Ecologische Pedagogiek" en "Samen op Scholen")kwam van de grond.Daarmee is Brandsma voor mij het boegbeeld geworden vande "Pedagogische Revolutie in het Hoger Onderwijs in Nederland":een oprechte strijder tegen een voortgaand proces van "dysacademia".

Het verschijnsel "dysacademia" is echter nog lang niet tot stilstand gebracht.Het werk van Brandsma is danook niet af. Niet in de Hogeschool Utrecht en niet daarbui-ten. Bij het verder ontwikkelen van een remedie kan (zoals voorheen) het Lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek & Didactiek van Hans Jansen een belangrijke rol spelen. Dit lectoraat doet onderzoek/ontwerp (net als Geisler) naar nieuwe vormen Hoger Onderwijs.Daarbij staat steeds de combinatie van inhoudelijk & maatschappelijk "engagement" voorop.De aandacht ligt bij emancipatoire vormen van denken die vervolgens praktisch worden doorvertaald in het curriculum.De belangrijk-ste "topics" zijn:

(1) organisatie van postmoderne vormen van leren & opleiden
(2) omgaan met creatieve werkvormen (incl.digitale werkvormen)
(3) differentiatie binnen het onderwijs(bijv.cultuur, gender enz.)
(4) inbedding van Hoger Onderwijs in een mondiale urbane samenleving.

Terzijde wil ik nog opmerken dat ik op dit moment voor het lectoraat VOMD bezig ben met deelprojecten op alle 4 de deelgebieden. In het kort :(1) Topic urbanisatie: Het project "Stad, Jeugd en Opleiding" (met de gemeente Utrecht, ROC MN , NUOVO en TUMULT)(2)Topic creatieve werkvormen: Project "soap in de opleiding" (met de HU) en Project "Podcast in de opleiding" (met het ROC MN)(3)Topic postmoderne vormen van leren & opleiden: Project academische scholen (met opleidingsscholen en Archimedes Lerarenopleiding), Minor Educatief Design (met Archimedes), Project Schoolontwerpen (met de Hogeschool voor de Kunsten)en Project Liberal Arts (met de Vrije Hogeschool en Ecologische Pedagogiek)(4)Topic differentiatie : promotie onderzoek over de adolescent in fictie (met de UvA).

donderdag 13 september 2007

Onderzoek & Ontwerp Liberal Arts

Vooropgesteld dat alle gesprekspartners akkoord gaan, is besloten de pre-masters/minor Liberal Arts onder te gaan brengen bij de opleiding (Ecologische) Pedagogiek van de Hogeschool Utrecht. Dat hiervoor is gekozen heeft vooral te maken met de brede pedagogische benadering van deze innovatieve opleiding. Op korte termijn lijkt dat tot snellere resultaten te kunnen leiden dan een samen werking met bijv. Creative Industries (HU) of de Lerarenoppleiding (FE). Inmiddels heeft met de projectleiding (Marcel Meer) overleg plaatsgevonden, alsook met de directeur van de Vrije Hogeschool(Marja Molenaar). In de komende maand wordt een eerste schets gemaakt van de pre-masters, die het karakter zal hebben van een opleiding "brede academische vaardigheden". In een voorgaand schrijven is al benadrukt dat het hier gaat om een progressief Liberal Arts concept. Dit concept kan vervolgens als basis dienen voor een concrete uitwerking van het opleidingsmodel. Verder is het zaak dat op korte termijn de potentiele partners met elkaar om de tafel gaan zitten. We zitten nu nog goed op schema. Jos Theunis
sen (FE/Minoren) is op de hoogte van de ontwikkeling en is ons aanspreekpunt als het gaat om de erkenning van deze pre-masters.

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

De Academische Scholen beginnen in de praktijk te werken. In de meeste scholen zijn initiatieven ontstaan en worden ze zelfs uitgebreid. Op 2 scholen werd deze week een nieuwe impuls gegeven die zeker de moeite waard. Het gaat daarbij om het Delta College (Utrecht) en het Scala College (Alphen aan de Rijn).

Dinsdag 11 september heeft het Delta College definitief besloten dat ze in het kader van het project " Academische
Scholen" ook het project "Schoolontwerpen Nieuwe Stijl" willen adopteren. Daarmee gaat gewerkt worden aan het project "inspelen op verschillende leerstijlen" en het "ontwerpen van een nieuwe schoolomgeving". Er begint zich langzaam een team te vormen. Fiona Witteman is de contactpersoon voor de Hogeschool voor de Kunsten. Paul de Ruyter zal degene zijn via wie het contact bij het Delta loopt. Mogelijk gaat gewerkt worden op 2 vestigingen, maar het kan ook op 1 vestiging. Op 24 september wordt de uitvoering gestart. Van de kant van de Hogeschool Utrecht zal Colinda Burger daarbij aanwezig zijn. Zij is met name betrokken bij het project "inspelen op verschillende leerstijlen" en zal de verschillende verhalen ook proberen te integreren. In de benadering die gekozen zal worden worden de deelprojecten overigens niet los van elkaar gezien. Delta is "een academische school in wording". Alle genoemde processen dragen daartoe bij.

Donderdag 13 september is contact geweest met het Scala College in de persoon van Marinka Drost rondom de uitbreiding van het project "Academische Scholen". Er bestaat interesse om naast het reeds opgestarte project voor het ontwerpen van een nieuwe leeromgeving (met studenten van Educatief Design) nu ook de mogelijkheid te onderzoeken voor een project "zelfstandig werken" voor HAVO 5 leerlingen. Gesprekken zijn gaande met de bedoeling om het Scala College als een echte academische school, die onderzoekt en ontwerpt op alle niveaus, op de kaart te zetten.Contactpersoon voor Scala wat betreft het HAVO 5 project is Marinka Drost. Contactpersoon inzake het totaal is Jacob de Ruyter.Caroline van Leeuwen is de contactpersoon op deze school vanuit de lerarenopleiding.

Behalve over deze twee scholen is er veel meer te melden over de ontwikkelingen rondom de Academische Scholen van de Utrechtse Educatieve Faculteit. Voor meer informatie is Eva van Berne contactpersoon. E-mail : eva.vanberne@hu.nl

dinsdag 11 september 2007

Onderzoek & Ontwerp Liberal Arts

In het september nummer van het NIVON blad/ Toorts is een intervieuw te lezen met Arjo Klamer, hoogleraar culturele economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en stichter van de Academia Vitae in Deventer. De Academia Vitae in Deventer werkt, net als de Vrije Hogeschool in Driebergen en het Utrechtse University College, op basis van het Amerikaanse Liberal Arts College idee.Een concept dat zich kan verheugen op een groeiende belangstelling in Nederland. Dat maakt het langzaam maar zeker wel belangrijk de verschillende "scholen van denken" binnen dit concept te gaan onderscheiden. Om daartoe een aanzet te geven wil ik een onderscheid maken tussen :

- het traditionele Liberal Arts College idee
- het progressieve Liberal Arts College idee

Het traditionele Liberal Arts College idee kenmerkt zich vooral door de aandacht voor een brede ontwikkeling waarbij veel aandacht wordt besteed aan de klassieken ("back to Homer"). Op basis van de klassieke filosofie (vergelijkbaar met het oude gymnasium) worden studenten ingevoerd in de traditionele cultuurwaarden. Deze vorm van denken heeft doorgaans een eurocentrisch karakter. In het opleidingsmodel wordt uitgegaan van een sterke persoonlijke verbinding tussen docent-student die doet denken aan Plato's Academie. De orientatie is cognitief-reflectief. Omdat het gaat om particulier onderwijs gaat het vaak om elitaire vormen van Hoger Onderwijs. Het geheel doet wat (neo-) conservatief aan. In deze traditie staan (voor zover ik kan beoordelen) in Nederland : Ad Verbrugge en Arjo Klamer. In de VS valt te denken aan Martha Nussbaum.

Het progressieve Liberal Arts College idee kenmerkt zich ook door aandacht voor de brede ontwikkeling, maar nu in relatie tot de ontwikkeling van het vrije "creative genius" (Jobs/Apple adagium: "who push the human race further").Deze opleiding kenmerkt zich maar zeer ten dele door een orientatie op het verleden. Het gaat er vooral om studenten aan te sporen "anders te denken", buiten de gebaande paden, dus ook buiten de bestaande vakdisciplines, om zo te komen tot kwalitatief hoogwaardige orginele toekomstgeorienteerde creaties en/of uitvindingen.Deze vorm van onderwijs zoekt vooral naar nieuwe mogelijkheden die passen in een postmoderne multi-cultur ele, cross-mediale en urbane samenleving.De grondslag van dit opleidings model is creatief-pragmatisch. Dat betekent dat onderwijs dynamisch, open, toeganke lijk, digitaal en internationaal dient te zijn. In dit verband denk ik aan het werk van Richard Rorty en Michel Serres. Te denken valt aan de opzet van : de Lowland Academy, en de Amsterdam School of Cultural Analysis (ASCA).

Het Lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek & Didactiek positioneert zich nadruk kelijk binnen de progressieve toekomstgerichte traditie als het gaat om de verdere ontwikkeling van het concept Liberal Arts. Dat betekent dat er vooral gewerkt wordt vanuit de kritische filosofie en de postmoderne filosofie. Kenmerkend is de student en te leren "hun eigen verhaal te leven" en "hun persoonlijk leeproces daar zoveel mogelijk op af te stemmen". Inmiddels is door Lector Hans Janssen en de kenniskring VOMD een in dit verband bruikbaar opleidingsmodel "Levend Leren" ontwikkeld. Dit succesvolle concept vinden we (reeds) terug in de minor "De Derde Verdieping" en de masteropleiding "Ecologische Pedagogiek" van de Hogeschool Utrecht.Mogelijkheden worden onderzocht voor het verder uitzetten van dit opleidingsmodel binnen de Vrije Hogeschool (met steun van de Ionastichting en de Woutschotengroep).Ook is overleg gaande met Huib de Jong (CvB van de HU), Dick de Wolff (Directeur Faculteit Educatie van de HU ) Loek Vrooman (Manager Utrechtse Academie) Marcel Meer (Manager Ecolo gische Pedagogiek) en Stef Heinsman (Directeur Archimedes Lerarenopleiding) over het verder ontwikkelen en uitbouwen van de genoemde progressieve en praktische Liberal Arts variant binnen de HU.