In mijn 'Adolescentie in Fictie' kies ik voor een specifieke wijze van denken. Omdat hierover regelmatig vragen krijg wil ik die bij deze nog eens te verhelderen. De tekst sluit aan bij mijn voorgaande BLOG over fictiviteit & wetenschap. Aan de orde komen :
- het verlaten van het realistisch denken
- het betreden van het nominalistisch denken
- het ontwikkelen van het esthetisch denken
Esthetisch denken:
Realistisch denken betekent dat je ervan uitgaat dat de werkelijkheid in woorden, in systemen, te vangen is. De woorden representeren de werkelijkheid. Als je de woorden, de systemen, benoemt, lees je de werkelijkheid. De meeste realisten zijn inmiddels ook relativisten. Dat wil zeggen : ze beseffen dat ze maar een deel, een afgebakend stukje, werkelijkheid kunnen beschrijven. Het komt aan op precisie. Veel empirisch onderzoekers passen in deze traditie.
Nominalistische denkers gaan ervan uit dat de talige wereld een onafhankelijke werkelijkheid is.Deze talige wereld gehoorzaamd aan eigen wetten. Vanuit een reaslistisch standpunt bezien is daarmee het geschreven woord een fictieve -activiteit is. De geschreven werkelijkheid representeert nooit daadwerkelijk de ' substantiele werkelijkheid' maar kan er slechts naar verwijzen. Daarmee is het geschreven woord per definitie fictief. Wetenschappelijk of niet wetenschappelijk; in principe maakt dat niets uit.
Esthetisch denken kenmerkt zich door de nadruk op de vormgeving van de gedachte. Binnen het esthetisch denken wordt een gedachte gezien als een compositie: een samenhangend geheel. Iedere geslaagde compositie heeft een overtuigende opbouw. Die opbouw hoeft helemaal niet logisch verklaarbaar te zijn. Wel is van belang dat de compositie een 'overtuigend verhaal oplevert'. Zo wordt de nominale werkelijkheid tot een vorm van schoonheid kent.
Work of Art:
De analyse zal een combinatie van taal en beeld zijn . Inmiddels is al overleg gepleegd met de Uitgeverij Agiel die het kijk-luister boek (tweede deel) ook nu weer gaat uitgeven. Voor de financiering wordt gekeken richting de Hogeschool Utrecht, de Vrije Hogeschool / Iona Stichting en het Prins Bernard Fonds. Dit laatste fonds komt met name in aanmerking omdat het gaat om een studie die een wetenschappelijke en kunstzinnige productie tegelijk is : een 'work of art'.
zaterdag 6 oktober 2007
zondag 30 september 2007
Adolescentie in Fictie: Orlando
In " Adolescentie in Fictie" wordt gewerkt aan een post-wetenschappelijke benadering. De post-wetenschappelijke benadering kan gezien worden als het verlengde van een postmoderne onderzoeksmethode. Waar de moderne benadering nog is gebaseerd op een verlichte traditie en stuurt op het vinden van de waarheid door het gebruik van de ratio, gaat deze benadering ervan uit dat de waarheid niet bestaat en dat we het moeten doen met verschillende verhalen (perspectieven). In mijn post wetenschappelijke benadering wil ik nog een stap verder gaan door ook de relkatieve waarheidsclaim van de verschillende perspectieven te laten vallen. Theorie wordt tot een literaire productie, en heeft daarmee de status van een fictief werk.
Het kenmerk van fictie is fantasie. Fantasie ontspruit uit de subjectieve verbeelding.Dat wil niet zeggen dat er niet bij wordt nagedacht. Sterker nog : ik ben van mening dat hoogstaande vormen van verbeelding, alleen kunnen voorkomen als de auteur zijn denkwerk ook heeft gedaan. Het is daarom geen wonder dat grote literatoren als Nabokov, Borges, Brodsky, om er maar een paar te noemen, niet alleen creatief , maar ook intellectueel mensen zijn met enorme vermogens. Voortdurend lijken ze als waarnemer, als analyticus, en als gesprekspartner in relatie te staan met de hun omringende werkelijkheid. Door deze voortdurende dialoog wordt de verbeelding geprikkeld en ontstaat een orgineel, genuanceerd beeld van de werkelijk-heid. Dit fictieve beeld is geen oud beeld, maar een nieuw beeld. Aangezien nieuwe beelden nog niet bestaan zijn ze automatisch werken van de fantasie.
Een tweede kenmerk van fictie is de levende samenhang. Een fictieve wereld heeft zijn eigen samenhang.Het is een wereld met zijn eigen taal, personages en decors. Het is een wereld die in elkaar grijpt als een levend organisme. Door deze organische samenhang heeft fictie ook altijd een ongebruikt potentieel. Het is een geen geisoleerde wereld als een ambtelijke tekst. Het is in feite groter dan de auteur. Het zet aan tot denken. Het inspireert anderen om er verder aan verder te werken. Fictie is geen statische wereld, maar een wereld die voortdurend in beweging is. Elke creatie kan , achter een boom, of een huis, weer een nieuwe creatie oproepen. Niemand is eigenaar van het geheel. Het geheel leeft zijn eigen leven.
Werken vanuit fictie maakt de postwetenschappelijke benadering pas echt interessant. Als onderzoeker stijg je als het goed is uit boven het cognitieve. De intellectuele arbeid is het huiswerk dat gedaan moet worden. Maar dan begint het pas echt; de creatieve daad van een nieuw design.De validiteit daarvan hangt af van een onophoudelijk proces van ontdekking en heront-dekking en een esthetische vormgeving. De verantwoorde theorie die de werkelijkheid vangt kan hooguit de tekst van een personage zijn.
Het kenmerk van fictie is fantasie. Fantasie ontspruit uit de subjectieve verbeelding.Dat wil niet zeggen dat er niet bij wordt nagedacht. Sterker nog : ik ben van mening dat hoogstaande vormen van verbeelding, alleen kunnen voorkomen als de auteur zijn denkwerk ook heeft gedaan. Het is daarom geen wonder dat grote literatoren als Nabokov, Borges, Brodsky, om er maar een paar te noemen, niet alleen creatief , maar ook intellectueel mensen zijn met enorme vermogens. Voortdurend lijken ze als waarnemer, als analyticus, en als gesprekspartner in relatie te staan met de hun omringende werkelijkheid. Door deze voortdurende dialoog wordt de verbeelding geprikkeld en ontstaat een orgineel, genuanceerd beeld van de werkelijk-heid. Dit fictieve beeld is geen oud beeld, maar een nieuw beeld. Aangezien nieuwe beelden nog niet bestaan zijn ze automatisch werken van de fantasie.
Een tweede kenmerk van fictie is de levende samenhang. Een fictieve wereld heeft zijn eigen samenhang.Het is een wereld met zijn eigen taal, personages en decors. Het is een wereld die in elkaar grijpt als een levend organisme. Door deze organische samenhang heeft fictie ook altijd een ongebruikt potentieel. Het is een geen geisoleerde wereld als een ambtelijke tekst. Het is in feite groter dan de auteur. Het zet aan tot denken. Het inspireert anderen om er verder aan verder te werken. Fictie is geen statische wereld, maar een wereld die voortdurend in beweging is. Elke creatie kan , achter een boom, of een huis, weer een nieuwe creatie oproepen. Niemand is eigenaar van het geheel. Het geheel leeft zijn eigen leven.
Werken vanuit fictie maakt de postwetenschappelijke benadering pas echt interessant. Als onderzoeker stijg je als het goed is uit boven het cognitieve. De intellectuele arbeid is het huiswerk dat gedaan moet worden. Maar dan begint het pas echt; de creatieve daad van een nieuw design.De validiteit daarvan hangt af van een onophoudelijk proces van ontdekking en heront-dekking en een esthetische vormgeving. De verantwoorde theorie die de werkelijkheid vangt kan hooguit de tekst van een personage zijn.
Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen
In het kader van de verdere ontwikkeling van de Academische School heeft op 27 september een training plaatsgevonden voor een aantal medewerkers aan het project academische scholen (teambijeenkomst) in het kader van de professiona-lisering van de groep. Verder vond een bespreking (seminar) plaats met de leden van de stuurgroep academische scholen in het kader van de voortgang.
De teamleden waren zeer te spreken over de professionalisering. We hebben gewerkt aan de systematiek van het begeleiden/coachen van onderzoekers in de scholen. Dit blijkt niet altijd even gemakkelijk. We hebben gebruik gemaakt van het "driehoekenmodel" zoals dat ook is te vinden in "Van TDL naar SDL" van Hans Janssen.In dit model wordt duidelijk dat begeleiding meestal in drie stappen gaat:
- sturen
- meewerken
- ondersteunen
De onderzoeker werkt ook op derie niveaus waar hij/zij achtereenvolgens in relatie wil t.w. :
- doen
- denken
- willen/durven
Op de bijeenkomst met de leden van de stuurgroep werd duidelijk dat er veel enthousiasme is voor de aanpak van het lectoraat. Steun werd toegezegd aan het plan aan het einde van het jaar te komen met een "toolbox" met onderzoeks-verslagen, een prototype design, een routeplanner & beeld/geluidsmateriaal. Verder werd o.a. duidelijk dat :
- de academische school betekent als elk transformatieproces "leren omgaan met tegenslagen"
- de academische school is een werkwoord, een proces, in plaats van een zelfstandig naamwoord
- de academische school is een al een feit zodra je hem onderzoeksmatig begint te ontwikkelen
- de academische school genereert van meet af aan resultaten zoals op het VRC (Overvecht Presents...)
- de academiische school onderzoeken worden nog vaak te groot aangepakt wat de haalbaarheid in gevaar brengt
Er ligt een vraag vanuit de stuurgroep aan Jeroen Lutters (VODM) om te komen tot een bespreking hoe "lerend" omgaan met proces en problemen (ook in deelprojecten 1 en 4) te beschouwen zijn als leermomenten/leeropbrengsten die het project ten goede komen (ook in resultaat termen).
De teamleden waren zeer te spreken over de professionalisering. We hebben gewerkt aan de systematiek van het begeleiden/coachen van onderzoekers in de scholen. Dit blijkt niet altijd even gemakkelijk. We hebben gebruik gemaakt van het "driehoekenmodel" zoals dat ook is te vinden in "Van TDL naar SDL" van Hans Janssen.In dit model wordt duidelijk dat begeleiding meestal in drie stappen gaat:
- sturen
- meewerken
- ondersteunen
De onderzoeker werkt ook op derie niveaus waar hij/zij achtereenvolgens in relatie wil t.w. :
- doen
- denken
- willen/durven
Op de bijeenkomst met de leden van de stuurgroep werd duidelijk dat er veel enthousiasme is voor de aanpak van het lectoraat. Steun werd toegezegd aan het plan aan het einde van het jaar te komen met een "toolbox" met onderzoeks-verslagen, een prototype design, een routeplanner & beeld/geluidsmateriaal. Verder werd o.a. duidelijk dat :
- de academische school betekent als elk transformatieproces "leren omgaan met tegenslagen"
- de academische school is een werkwoord, een proces, in plaats van een zelfstandig naamwoord
- de academische school is een al een feit zodra je hem onderzoeksmatig begint te ontwikkelen
- de academische school genereert van meet af aan resultaten zoals op het VRC (Overvecht Presents...)
- de academiische school onderzoeken worden nog vaak te groot aangepakt wat de haalbaarheid in gevaar brengt
Er ligt een vraag vanuit de stuurgroep aan Jeroen Lutters (VODM) om te komen tot een bespreking hoe "lerend" omgaan met proces en problemen (ook in deelprojecten 1 en 4) te beschouwen zijn als leermomenten/leeropbrengsten die het project ten goede komen (ook in resultaat termen).
Abonneren op:
Posts (Atom)