maandag 5 november 2007

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

De dieptepilot vraagt om een prototype Academische School. Het ontwerpen van een structuur en cultuur voor academische scholen kan alleen maar totstand komen door gedegen onderzoek. Omdat onderdeel van het onderzoek ook het optimali
seren van onderzoek binnen de scholen is, is het echter van belang deze verschillende niveau's steeds duidelijk uit elkaar te houden. Het gaat daarbij om verschillende niveaus van abstractie. Ik heb het dan over :

1. De experimenten en het onderzoek binnen de school, die behoren tot de cathegorie van de feiten. Hier zien we de Academische School i.o. in werking.

2. Het onderzoek door analyse en interpretatie van de feiten, waaruit blijkt welke Academische School structuur/cultuur werkt en welke niet, met als metafoor het Academisch Ziekenhuis.

3. Het design op basis van analyse en interpretatie van een structuur/cultuur van Academische Scholing verwant aan die van het Academische Ziekenhuis.

Qua onderzoeksstructuur ga ik uit van de volgende principes :

1. Kwalitatief onderzoek : het onderzoek is kwalitatief van aard. De opgeleverde data geven een beeld van de betreffende scholen. Het is niet de bedoeling dat de school omgezet wordt in een aantal specifieke codes, op basis waarvan conclusies worden getrokken. Het is de bedoeling dat zich een onderzoekscultuur ontwikkelt waar dat mogelijk is, en wordt geholpen om daarbij passende structuren te vinden...

2. Etnografische benadering : het onderzoek is het meest verwant aan wat wel wordt aangeduid als een etnografische benadering. In deze benadering wordt de schoolcultuur onderzocht. In dit geval op zijn onderzoeksmatige kracht. Dit wordt
getoetst op basis van een experiment : het aannemen en uitvoeren van een onderzoek/experimentele opdracht. Op basis van deze graadmeter is enigzins vast te stellen welke scholen wel en welke niet in staat zijn Academische School te zijn en waar dat mee samenhangt.

3. Cultuur analyse : aansluitend bij de kwalitatief-etnografische benadering worden tussentijds resultaten bekenen, maar
ook procesbeschrijvingen in termen van "verhalen" geanalyseerd. Uit die evaluatieve verhalen kan worden opgemaakt welke
"beliefs" er in de school leven en hoe die van invloed zijn op de praktijk (resultaten) van de Academische School. In een tijd van epistemologische en ontologische twijfel is een "belief" de op basis van "fictie" ontworpen identiteitsstructuur. Identiteit is geen kwestie meer van (zogenaamd toetsbare) kennis, maar een "fantasy".

4. Narratologie als instrument : in deze benadering is van groot belang dat ieder van de partners zijn eigen verhaal vertelt.
Het vertellen van een verhaal veronderstelt rhetorische vermogens. Het ontwikkelen van die rhetorische vermogens geldt zowel verbaal, in beeld en in geschrift. Het is in dit kader ook van belang digitale hulpmiddelen te gebruiken.

5. Dialoog als instrument : in deze benadering is participatie van groot belang. Als gevolg van de aard van het onderzoek doet iedere school zijn eigen onderzoek, binnen zijn eigen te ontwikkelen onderzoekscultuur. Om die onderzoekscultuur
bovenwater te krijgen en tegelijk te stimuleren is de dialoog van groot belang. Vandaar dat we regelmatig op schoolbezoek gaan, kennisateliers instellen, een centrale meldpunt hebben waar archivering/vragen kunnen worden gesteld. Essentieel voor een effectieve dialoog is de menselijke constalatie.

5. Reflectie als instrument : kern van het onderzoek is de gedachte dat reflectie op de cultuur van groot belang is voor het ontwikkelen. Om te komen tot reflectie worden leerteams ingericht. In deze leerteams wordt de Academische School i.o. als schoolexperiment geevalueerd. Deze evaluatie kan vervolgens leiden tot een nieuw design.

6. Academische School Design : door reflectie ontstaan ideeen. We bevinden ons op het niveau van inspiratie van "fictieve standpunten". Om te komen tot een concrete toets dienen de ideeen echter ook (op integraal niveau) echter concrete structuren te veranderen. Daarvoor is een basisformat ontwikkelt die uit zal monden in een routeplanner. Verder is een project schoolontwerpen en educatief design ontwikkelt. In samenwerking met NUOVO is een project " Jeugd Stad & Opleiding" (Overvecht Presents...) van start gegaan.

7. Cultureel Ondernemen : uiteindelijk wordt het hele verhaal samengevat in een groot verhaal waarbinnen de afzonderlijke schoolverhalen een plaats zullen krijgen, maar ook een samenhangend verhaal zal worden vertelt. De bedoeling is dit onder te brengen in een "koffertje" met daarin : (1) een inleiding op de methode (2) de onderzoeksverslagen van de scholen (3) het prototype dat is ontwikkeld (4) de routeplanner naar een academische school (5) audio-visueel materiaal. Dit materiaal kan een hulpmiddel zijn bij het maken van keuzes.

Vandaag had ik een gesprek met Gyan Ackveld die verbonden is aan het het project Samen op Scholen en in het kader van een evaluatieonderzoek samenwerkt met het lectoraat van Elly de Bruin. In het gesprek kwam naar voren dat mijn benadering
interessant is in het kader van de SOS ontwikkelingen en in de evaluatie kan worden meegenomen. Met name het cultuur analytisch perspectief bood vernieuwende inzichten. Andersom kan het evaluatief onderzoek SOS ook van belang zijn voor de ontwikkelinng van Academische Scholen. Wat betreft het materiaal dat Gyan Ackvelt aanreikt met name om professionalisering van docenten en communicatie binnen de organisatie methodisch te onderbouwen.

1 opmerking:

Anoniem zei

Bedankt voor de interessante informatie