woensdag 19 september 2007

Minor/Project Schoolontwerpen

" Zoals een gevechtspiloot, zo zegt het OESO-rapport (2001), beschikt over informatiesystemen die hem onmiddelijk en permanent informeren over zijn positie, de toestand van de vele onderdelen, de gevaren en de mogelijkheden, zo zouden
zowel leerling als leerbegeleider moeten kunnen beschikken over een permanent informatie- en monitoringsysteem om op een gepaste wijze te kunnen reageren in hun zoektocht naar recources en meerwaarde." (in :Jan Masschelein e.a. De architectuur van de leeromgeving/een school zonder ziel).

Inleiding

Inmiddels is de tweede jaargroep van start gegaan op de Hogeschool voor de Kunsten die zich bezig houdt met het proces van eigentijds schoolontwerpen. Dat riep bij mij de vraag op wat ik het belangrijkste aspect vind als het gaat om de school van vandaag en morgen. Al vrij snel kwam ik uit bij het ontwikkelen van een communicatief netwerk. School is daarbij in mijn ogen de verbindinding tussen persoonlijke scholing & school maken. Hoe deze 2 begrippen samenhangen met het opbouwen van een communicatief netwerk zal ik in het navolgende proberen toe te lichten.

Persoonlijke scholing :

School staat voor mij gelijk aan persoonlijke scholing binnen een netwerk van mensen die ook bezig zijn met gerichte scho-ling. Daarmee is een school niet primair een gebouw, een plaats, een instituut, maar een activiteit, een gebeurtenis, een actie. Dit te beseffen is van groot belang bij het ontwerpen van nieuwe scholen. Te vaak zijn directies en architecten nog geneigd een school te zien als een gebouw. Binnen dat gebouw kan vervolgens scholing plaatsvinden. Voor dat je het weet ligt de aandacht echter meer bij de regelementaire of esthetische vormgeving van het gebouw dan bij de scholing. Overbo-dige voorzieningen worden getroffen. Broodnodige voorzieningen worden vergeten.Uitgaande van het paradigma dat "school is persoonlijke scholing" dienen schoolontwerpers veel vrijer om te gaan met het ontwerpen van een leeromgeving en daarbij in de regel minder te denken in termen van "bakstenen stapelen" en meer in termen van het ontwerpen van een netwerk structuur die past bij de "mobiele leerling/student" van vandaag. De school van morgen is een "landingsbaan" en geen "hangar". Dat betekent dat vaste behuizingen steeds kleiner worden, dat 'meetings' georganiseerd worden op festival- achtige bijeenkomsten, en dat er een uitekend verzorgd digitaal netwerk is waardoor de studenten/leerlingen en experts voortdurend met elkaar in verbinding kunnen staan en de informatie kunnen krijgen "die hun permanent informeren over hun positie". School/scholing in de toekomst is daarmee in belangrijke mate een virtuele activiteit, grensoverschrijdende, meervoudig geletterde, activiteit geworden die een apart type organisatie vraagt.

School maken :

Aan de kant van de expert staat school voor mij gelijk aan " school maken" . Schoolmaken is niet iets dat af te dekken is met een goede arbeidsrechtelijke positie. In mijn ogen is (virtuele) scholen waar ik het over heb een vrije markt waarop experts vrij hun waren kunnen aanbieden. Concurentie hoort bij het geestelijk leven. Zo alleen (en niet door politiek) wordt kwaliteit, zelfs genialiteit, ontwikkeld. Van belang is dat de school van de toekomst een "open source" netwerk is van experts die hun eigen materiaal onderzoeken, ontwikkelen en op de markt brengen. Daarmee is de docent van de toekomst het beste tegelijk met de vrije kunstenaar. Hij schrijft, geeft lezingen en workshops. Overigens is de docent van morgen geen "stabiele" en "full time" positie meer. Waar iemand in de ene context docent is, is hij in de andere student, en vise versa.Om verstarring van het onderwijs te voorkomen is het van belang dat de docent zich in de regel binnen meerdere netwerken tegelijk begeeft. Hij werkt vanuit thuis, of vanuit "settings" die vooral functioneel zijn voor zijn/haar thematiek. Dit sluit aan bij de eerdere "festival" metafoor. Docenten werken met studenten en leerlingen op reizende, steeds veranderende podia. Om continuiteit te garanderen bestaat er wel een voortdurende relatie met de "basis". Op deze "basis" wordt alle informatie gecoordineerd, is een helpdesk functie aanwezig, kan ook direct hulp worden ingezet ter plekke (via duurzame verbindingen) als dat nodig is, en kunnen verzekeringen worden afgesloten door de docent/vrij ondernemer voor als er geen werk voorhanden is.

Slot

Op de Vrije Hogeschool in Driebergen wordt al druk geexperimenteerd met het ontwikkelen van deze nieuwe leeromgeving. Concreet betekent dat dat de vaste behuizing is ingekrompen, evenals het aantal "vast" personeel. Er wordt welbewust ge-werkt met meer free-lancers. Ook is er veel meer aandacht voor het leren op een werkplek/leerplek buiten de beslotenheid van de Vrije Hogeschool terrein. Op gezette tijden worden presentaties gehouden die studenten uitdagen hun progressie te tonen. Stappen worden gemaakt in het ontwikkelen van een communicatief netwerk zodat het contact tussen alle betrokken partijen goed loopt. Een eerste stap was de ontwikkeling van een deugdelijke website. In de komende tijd zal de mogelijkheid worden onderzocht van het werken met weblog/podcast/vodcast door studenten, docenten en betrokken instellingen. Ik kan me zelfs voorstellen dat iedereen bij het begin van het academisch jaar daarvoor de nodige hardware krijgt/koopt. Dit alles met het doel dat de school van morgen uiteindelijk meer een "levende beweging" kan zijn "persoonlijk" "flexibel" , "continu" en "dynamisch" dan een " verstard instituut", "onpersoonlijk", "rigide" en "discontinu".

Geen opmerkingen: