vrijdag 28 december 2007

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

In week 50 en 51 hebben een aantal activiteiten plaatsgevonden in het kader van de academische school
waaronder :

- Masterstudenten Vader Rijn College
- Stuurgroep Academische Scholen

Masterstudenten VRC (11/12)

Een bijeenkomst is belegd met de masterstudenten van het VRC. Daarin is ter sprake gekomen hoe ze als "kenniskring"
een betere plek kunnen innemen in het VRC. De bijeenkomst was zeer succesvol. Aan de orde kwamen ook de resultaten van "Overvecht Presents...".

Stuurgroep Academische Scholen (17/12)

Onder leiding van Jeroen Lutters vond een discussie/gesprek plaats over de inhoudelijkie voortgang vann het project. Gewerkt aan de hand van een tiental stellingen, hetgeen heeft geleid tot een geanimeerde discussie. Het gesprek maakte duidelijk dat vrijwel alle scholen zeer betrokken zijn.

donderdag 27 december 2007

Onderzoek & Ontwerp Liberal Arts

In week 50 en 51 hebben een aantal activiteiten als afronding van dit jaar plaatsgevonden.

Minor aanvraag (12/12)
De aanvraag voor de minor is gehonoreerd door het CvB. Het is nu zaak dat er een begroting komt (voor 9/1/2008) en een uitgebreidere cursusbeschrijving voor Osiris (voor 15/1/2008). Inmiddels zijn ook al gesprekken gevoerd met twee interne
kandidaten (vanuit de VH) die mogelijk deel gaan nemen aan de ontwikkeling en uitvoering van de minor. Na de kerst volgt een derde gesprek.In het kader van de minor heeft ook een gesprek plaatsgevonden (18/12) tussen Ionastichting, VH en en HU over de verdere samenwerking. De basis van het convenant kan verder worden uitgewerkt en worden getekend. In het kader van het "overall ontwikkelplan" hebben een aantal gesprekken met Marko Otten plaatsgevonden maar is uiteindelijk toch besloten dit niet in een opdracht om te zetten. Wellicht volgt dit nog in een later stadium.

Serie Christofoor (13/12)
Met Christofoor is overeengekomen dat ik een serie ga schrijven over Liberal Arts waarbij een 7 tal kunstenaars/wetenschappers aan het woord komen. De bedoeling is dat het gaat om een serie bestemd voor studenten in het Hoger Onderwijs. Het is de bedoeling dat de denkers die aanbod komen kunnen worden gerekend tot de cultuurdragers van hun tijd. Het kan daarbij gaan om muzikanten, schrijvers of beeldend kunstenaars. Ze kunnen nog leven of al gestorven zijn. Van belang is dat hun gedachten nog werkzaam (kunnen) zijn. Femke de Wolff gaat dit project leiden. Aan het begin van het nieuwe jaar (7/1/2008) staat een eerste afspraak gepland.

Jeanette Winterson (13/12)
Op 13/12 hield Jeanette Winterson een indrukwekkende Belle van Zuylen lezing. In deze lezing deed zij een oproep om het belang van de kunst in deze tijd te erkennen. Kunst is een kom, een jas, sprak ze. Je krijgt er voeding uit en het kan je beschermen. Ze putte in haar lezing uit haar persoonlijke ervaringen. De lezing was erg goed bezocht.

Antropia (17/12)
Het verbouwde Antropia werd geopend. Als alles volgens plan verloopt zal daar volgend jaar een conferentie over beelddenken plaatsvinden.Het gebouw ziet er representatief uit.

Adolescentie in fictie: Orlando

Week 50 en 51 , de laatste weken van het jaar waren met betrekking tot mijn onderzoek productieve weken. Aan de orde kwamen :

- installatie programmatuur luisterboek
- afspraken over ondersteuning komend jaar
- uitschrijven eerste lezing van deel II

Luisterboek

Bij het boek over Orlando zal een voorgelezen tekst worden geleverd. Deze tekst zal worden ingesproken door Catalijn Willemsen. De programmatuur is inmiddels al geinstaleerd door Paul Scheulderman (Studio DV) zodat Catalijn en ik samen
de tekst kunnen opnemen. Geschatte tijd voor de eerste twee hoofdstukken die nu aan de orde zijn : een week.

Ondersteuning

Met de faculteitsdirectie is overeengekomen dat er in principe ondersteuning kan komen voor het redactiewerk in het onderzoek. De betaling kan rechtstreeks geput worden uit de inkomsten van de Academische Scholen & Voucher. Begin 2008 kom ik met een concreet, onderbouwd, en uitgewerkt (met PZ en financieen) voorstel.Er is al een kandidaat.

Uitschrijven

In de laatste twee weken heb ik een behoorlijke slag gemaakt met het uitschrijven. Aangezien ik me meer wil richtten tot de student in het Hoger Onderwijs ben ik ook bezig mijn taalgebruik wat aan te passen. Dat betekent niet dat het eenvoudiger wordt. Wel dat er sprake is van een gewijzigd referentiekader.

Meer informatie over dit onderzoek is vooralsnog alleen beschikbaar voor een groep medewerkers aan het onderzoek.
Daarvoor is een speciale weblog beschikbaar.

maandag 10 december 2007

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

Week 49 vonden een aantal belangrijke stappen plaats in het kader van de Dieptepilot Academische Scholen en wel op het gebied van :

- School Design & Educatief Design
- Overvecht Presents
- Meervoudige geletterdheid
- Soap

School Design & Educatief Design (3/12)

Een gesprek vond plaats met Guus Peek en Paul de Ruiter rondom de voortgang van het project op het Delta. Paul is bezig met Educatief Design en doet een onderzoek naar leerstijlen. Hij wil daarbij meer dan nu het geval is gaan werken op basis van de techniek van meervoudige geletterdheid. Dit wordt een belangrijk onderdeel voor een in 2008 te houden studiedag op het Delta College. In het kader van School Design is de afspraak gemaakt dat er 3000 euro beschikbaar is voor een mooie publicatie waarin schoolontwerpen wordt geplaatst in het samenhangend kader van de academische school i.o. Op 4/12 heeft een gesprek plaatsgevonden met de menssen van de HKU, een eerste briefing voor het maken van deze publicatie.

Overvecht Presents (11/12)

Op 11/12 zal op het Vader Rijn College een gesprek plaatsvinden met de Kenniskring Vader Rijn. Deze kenniskring zal het hart gaan vormen van de Academische School. Daaraan gekoppeld zitten docenten/masterstudenten. Op de agenda komt
te staan het project "Overvecht Presents". Inmiddels is ook een afspraak gemaakt met Rinda den Beste in januari 2008 om de resultaten van het project/ de "follow up" na te bespreken.

Meervoudige geletterdheid (6/12)

Op 6/12 heeft een "meeting" plaatsgevonden op het ROC MN over het vervolg van het project Meervoudioge Geletterdheid.
Aanwezig waren leidinggevenden en medewerkers van het Grafisch Lyceum en Zorg en Welzijn. Na een feitelijk historisch overzicht en analyse was het algemeen gevoel dat het werken met Podcast erg aantrekkelijk is voor de leerlingen van het ROC
en dat het project voortgezet moet worden. Daarbij zal de innhoudelijke onderbouwing i.v.v. een publicatie komen van het lectoraat VOMD en de organisatie van Zorg & Welzijn i.s.m. het Grafisch Lyceum. Voorafgaande aan een definitieve beslissing is het wel zaak dat een kort (2 a 4-tjes) overzicht komt van doelgroep, werkwijze, voorwaarden, verloop tot nu toe, kansen. Daarvoor dragen Paul en Jeroen zorg. Praktische consequenties worden begin 2008 doorgenomen zodat het vervolgproject uiterlijk september van start kan gaan. Het ROC MN is geen Academische School i.o. maar dit project heeft wel direct belang daarvoor en dient als flankerend onderzoek voor het project Academische Scholen.

Soap: Dreef 33 (12/1/2008)

Op 13/12 vind verder overleg plaats met de uitgever over een eventuele uitgave van script & post script. Het seminar op 12/1 is rond. Ook de financiering door Ecologische Pedagogiek is akkoord. Inmiddels is er ook contact tussen Ecologische Pedagogiek en Endemol. Mogelijk zal dat positieve gevolgen hebben voor het op den duur uitbrengen van de soap. In ieder geval is duidelijk dat het concept Soap aanslaat. Tijdens het Seminar op 12/1/2008 ga ik zelf een workshop houden waarin ik het leven als een soap onderzoek/benader. Dit is met name interessant voor studenten.

Onderzoek & Ontwerp Liberal Arts

Week 49 was een intensieve week rondom het onderzoek over LIberal Arts. In het kader daarvan vonden de volgende
activiteiten plaats :

- een vervolg masters, lectoraten, masterclasses
- een vervolg inhoud, medewerkers en financieen minor

Masterclasses (3/12)

Op 3/12 de tweede maal vond een gesprek plaats met de groep die zich hard wil maken voor het ontwikkelen van lectoraten
/masters op de VH/BLA. De uitkomst van het enthousiasmerend gesprek was dat het nu vooral zaak is dat gewerkt wordt
aan cursussen/lezingen die snel in de markt gezet kunnen worden. Daarbij gaat het om masterclasses, als een eerste stap
naar masters en lectoraten. We gaan daarbij uit van een model waarbij de 5 leden van de kerngroep een eigen aanbod formuleren per september 2008. Marja buigt zich over de faciliterende organisatie. Het is de bedoeling dat de master
classes op 4 februari voor het eerst worden gepresenteerd in de kerngroep. Verder is bekrachtigd dat alles zal plaatsvinden
op een wijze die de belangen van Helicon niet zal schaden. Iedereen is gebaat bij een win-win situatie.

Minor (4/12)

Voor 7/12 moest een aanpassing van de minor worden gerealiseerd. 4/12 hebben Hanke en Jeroen hierover overleg gehad.
Vervolgens hebben ze het uitgewerkt en op 6 december gezonden aan Jos Theunissen van het stafbureau die het heeft doorgestuurd naar de Interfacultaire Toetsingscomissie. De minor is nu danig geconcretiseerd wat ook de opdracht aan het ontwikkelteam een stuk concreter maakt. De opzet valt in twee delen uiteen. Het eerste deel is met name theoretisch. Studenten verdiepen zich in Liberal Arts, Close Reading en Culturele Analyse en bereiden een studiereis voor. Het tweede deel is praktisch en valt uiteen in een studiereis naar Cordoba, het uitvoeren van deelopdrachten van een gemeenschap
pelijke publicatie en een seminair. Onderzocht wordt in hoeverre het mogelijk is dat het Europees Platform een bijdrage levert. Voor de minor uitvoering is een sollicitatieprocedure uitgeschreven binnen de VH. Inmiddels hebben 4 docenten gereageerd die deel willen uitmaken van een uitvoerend team. Van buiten de VH heeft Jeroen ook contact met een oud-student die graag haar medewerking verleent. De projectleiding wordt een combi baan van Hanke/Jeroen. Op 13 december a.s. vinden de sollicitatiegesprekken plaats op de VH.

zondag 2 december 2007

Onderzoek & Ontwerp Liberal Arts

In de afgelopen week (week 48) vonden een aantal activiteiten plaats in het kader van het onderzoek en ontwerp met betrekking tot de ontwikkeling van de VH naar een College for Liberal Arts :

(1) Lezing Free Agent Learning
(2) Bespreking ontwikkelplan
(3) Basisafspraak minor

Lezing Free Agent Learning (27/11)

Ik heb een lezing gehouden voor de studenten en docenten van de VH over de ontwikkeling naar Free Agent Learning in 7 stappen. Ik heb daarbij allereerst de kennisfase, daarna de experimenteerfase en tenslotte de vrije fase, onderscheiden. Tijdens de kennisfase draait veel om de sturing (op verschillende niveaus) van de docent. Er is sprake van een monologische relatie. Tijdens de experimenteerfase draait er veel om het streven naar zelfstandigheid van de student, de docent doet een stap terug. Er is sprake van een dialogische relatie. In de derde fase is er sprake van een trialogische fase.De docent en de student commiteren zich mogelijk samen aan een nieuw project.Niet meer als docent-student, maar als partners. De lezing werd met enthousiasme ontvangen. Mogelijk volgt over hetzelfde thema een "masterclass" voor de ouders.

Bespreking ontwikkelplan (30/11)

Met Marko Otten vond een gesprek plaats met de bedoeling de mogelijk te onderzoeken om het koersdocument, samen met hem in 2/3 dagen om te zetten in een praktisch ontwikkelplan. Marko Otten is voormalig directeur van de Archimedes Lerarenopleiding en heeft een eigen adviespraktijk. Marko zal nu eerst de tekst doornemen en met een voorstel voor een opdracht komen. De directie/ bestuur van de VH geeft begin van de week antwoord of/hoe we hopen verder te gaan.Na afloop van het gesprek was iedereen content. Met name interessant was de uitwerking van het idee om een "netwerk organisatie" breder dan alleen maar lokaal/regionaal uit te zetten.

Minor Liberal Arts (30/11)

Wegens ziekte van Dick de Wolff kon de minor Liberal Arts afspraak niet doorgaan. Wel heeft overleg plaatsgevonden via de telefoon tussen Marja, Hanke en Jeroen. Ook zijn er sollicitatiebrieven binnen van medewerkers van de VH die in aanmerking komen voor het doen van het onderzoek. Inmiddels hebben Hanke en Jeroen toegezegd samen de projectleiding op zich te nemen. Marja komt met een voorstel m.b.t. preciese voorwaarden: tijdsinvestering, betaling enz.

Ondersteuning (29/11)

Gezien het groot aantal activiteiten dit jaar die ik doe en die extern worden betaald worden (bovenop mijn aanstelling) is
het mogelijk voor Jeroen Lutters ondersteuning te regelen. Inmiddels is iemand daarvoor in beeld. Dick de Wolff is in principe akkoord als het binnen het bestaande budget geregeld kan worden. Dat wil zeggen : als ik inkomsten heb uit Academische Scholen, Liberal Arts en Promotieonderzoek kan dat direct ingezet worden voor mijn ondersteuning. Op verzoek van Dick maak ik een overzicht van mijn extra baten in 2008, doe ik een voorstel voor ondersteuning en neem ik dat op met Mathijs/Evelien van financien als voorbereiding op het definitieve besluit van Dick de Wolff. De ondersteuning zal met name gaan over redactiewerk.

maandag 26 november 2007

Adolescentie in Fictie: Orlando

Het onderzoek Adolescentie in Fictie vordert gestaag. Inmiddels is het eerste deel van de tweede publicatie "Adolescentie in Fictie II: Woolf's beschrijving van de poetische adolescent" vrijwel gereed. Dit deel is "in termen van de gehanteerde metafoor van de vrije kunsten" te benoemen als een door de mathematica geinspireerde analyse.

Inhoud : De tekst is een analyse van Orlando van Virginia Woolf (1928). Daarin wordt een poetisch beeld van de
adolescent uitgewerkt aan de hand van het concept identiteit, alteriteit en fictiviteit. In het eerste hoofdstuk dat nu bijna gereed is komt met name het begrip identiteit aanbod. Meer informatie is beschikbaar voor diegene die toegang hebben
tot de speciaal daarvoor ingerichte digitale onderzoeksruimte. Overigens komen naast het beeld van Virginia Woolf ook verwante beelden uit het cultureel geheugen aanbod. Te denken valt aan de fotografie van Rineke Dijkstra en de films van Thomas Vinterberg.

Utrechtse Academie : Promotieonderzoek is binnen een Hogeschool setting nog relatief nieuw.De Faculteit Educatie heeft daarom de Utrechtse Academie opgericht om zo onderzoek uit de verschillende richtingen met elkaar te verbinden. Voor alle duidelijkheid : de utrechtse academie is geen kenniscentrum dus kent geen organisatorisch uitvoerende structuur. Aangezien ik als onderzoeker deelneem aan de Utrechtse Academie hebben Marscha Enthoven en ik een orienterend gesprek gehad. daarin heb ik met name gewezen op het belang van hoogwaardige kwaliteit die serieus genomen kan worden in een Academische context.

Promotieonderzoek : Inmiddels is een voucher toegekend voor de komende twee jaar (2008-2010). De voucher gaat in op januari 2008. De inhoudelijke afstemming loopt via het lectoraat. De overige zaken lopen via de faculteitsdirectie van de Faculteit Educatie.

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

In de afgelopen week zijn weer een aantal stappen genomen rondom de Dieptepilot Academische Scholen
t.w. :

(1) Traject Educatief Design (Minkema College)
(2) Traject School Design (Delta College)
(3) Traject Podcast (Academische Scholen i.o.)

Traject Educatief Design (Minkema College)

In overleg met Karin Loggen, Vincent Drost van het Minkema en Nies van Lindenberg en Femke Boesekool van de Archimedes Lerarenopleiding is gewerkt aan een eerste concept opdracht van het Minkema aan de Hogeschool Utrecht/ Archimedes Lerarenopleiding i.z. Educatief Design. De opdracht valt uiteen in een aantal deelgebieden

Opdracht : Het Minkema vraagt om begeleiding van docenten bij het verder ontwerpen van het reeds opgestarte innovatieve Minkema eigen leermodel. De begeleiding betreft met name een systematische professionalisering van docenten als het
gaat om (a) projectmatig samenwerken aan innovatie in een team (b) methodisch verantwoord / doelgericht / kwalitatief hoogwaardig werken aan innovatie. Zaken komen daarbij aan de orde als : monitoring, archivering, analyse, presentatie, publicatie.

Deelnemers : De kerngroep van 8 deelnemers bestaat uit het economie waar op dit moment gewerkt wordt aan het leermodel voor het 3e en 4e jaar. Naast het team economie zullen er nog 7 vacatures worden toegevoegd bestemd voor andere deel nemers. 2 daarvan zijn bestemd voor studenten. 2 zijn bestemd voor docenten van andere leergebieden. 3 zijn bestemd voor leerlingen. Deze grotere groep van 7 deelnemers dient als klankbordgroep en komt regelmatig bijeen, maar minder frequent dan de kerngroep.

Organisatie : De beoogde start van het traject is eind januari. Gemikt wordt op donderdagmiddag tussen 15.00 en 17.00.
Om dit waar te kunnen maken zal dit studiejaar het traject worden aangeboden op de Hogeschool en pas volgend jaar op
het Minkema zelf. Gedacht wordt aan drie bijeenkomsten, exclusief de vakanties om de 6 weken. Tijdens de bijeenkomsten
wordt nieuwe input gegeven, de voortgang bewaakt en de output gecontroleerd.

Financieen : De geschatte kosten van deze begeleiding (inclusief voor/nabereiding) liggen in tijd op omgerekend 1 dagdeel per week voor 1 persoon. Uitgaande van 24 weken komt dat neer op 24 dagdelen (12 dagen) voor de tweede helft van het studiejaar. De kosten voor deze begeleidingen van het leerteam dienen te worden opgebracht door drie partijen rondom de Academische School : (1) het Minkema College (2) de Archimedes Leraren Opleiding/de faculteit educatie (3) de projectorganisatie.

Resultaat : De bedoeling is dat de docenten worden geprofessionaliseerd tot docent-ontwerper. Dit om het voor hun moge
lijk te maken ook in de toekomst hoogwaardige specialismen binnen het onderwijs te ontwikkelen. Een begin moet worden gemaakt met een serie hoogwaardige publicaties waarin het leermodel van het Minkema over het voetlicht wordt gebracht. Deze produkten dienen als aanvulling op de bestaande rapportages.

Traject School Design (Delta College)

Onder grote belangstelling is donderdag 22 november een eerste presentatie gehouden van het materiaal dat de studenten Schoolontwerpen hebben gemaakt voor het Delta College.

Inhoud : In deze presentatie is ingegaan op drie belangrijke aspecten in een educatieve omgeving : de ruimte, de inrichting en de kleur/belichting. Daarbij is gedacht vanuit het thema "Verandering". W.b. de ruimte is een concept getoond dat het mogelijk maakt om flexibel met ruimte om te gaan. Wat betreft de inrichting werd materiaal getoond waarin verandering voortdurend zichtbaar werd. Licht werd benaderd als element dat ruimtes kan scheiden. Kleur werd gebruikt als "spelvorm" voor de leerlingen in de pauzes.

Reactie : De aanwezigen waren erg onder de indruk van het geproduceerde materiaal. Meteen al is een afspraak gemaakt met een andere school voor een opdracht volgend studiejaar. Aangezien het niet vast staat of er daadwerkelijk produkten kunnen worden uitgevoerd (omdat er al architecten aan het werk zijn) gaan Jeroen Lutters en Guus Peek in gesprek om de resultaten van het ontwerp als een losse publicatie vorm te geven. Die publicatie wordt dan gepast binnen het project "Academische Scholen" . Als onderzoek kan het dienst doen voor professionalisering van docenten in het creatief omgaan met hun leeromgeving.

Afspraak : Aangezien de studenten van de HKU in januari in een afstudeerfase komen is het zaak dat de contouren van deze publicatie voor de kerstvakantie worden uitgezet. Daarnaast kan op die manier in januari 2008 materiaal geleverd worden i.z. het project "Academische Scholen" waar het Delta College mee bezig is. Overigens is er in dit verband ook nog een ander onderzoek gaande op het Delta College, door Paul de Ruijter, over het omgaan met verschillende leerstijlen. hierover is
iets te zien op de podcast over academische scholen.

Traject Podcast Academische Scholen

Ter voorbereiding van de bijeenkomst over podcast op 27 november is door Paulk Scheulderman/ Ben Lagerweij en Jeroen Lutters een podcast gemaakt over Academische Scholen. Deze podcast is een eerste stap in de richting van het enthousiast maken van een groter publiek voor het concept Academische Scholen. De kennisatelier bijeenkomst zal met name gericht zijn op het gebruiken van podcast bij het monitoren, archiveren en communiceren van onderzoeksresultaten. In de komende fase zal dit van groot belang zijn. Met Unic zijn al afspraken gemaakt te komen tot een podcast. Hierover is contact geweest mijn Alice Timmermans, die het project gaat leiden. De bijeenkomst over het gebruik van Podcast in een educatieve setting op 27/11 werd goed bezocht. Iedereen was erg tevreden. Het lijkt erop dat het gebruik zich verder gaat verspreiden.

vrijdag 16 november 2007

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

In het kader van de tussentijdse evaluatie Academische Scholen vond 14 november een bezoek plaats op UNIC. In een gesprek met Dave Drossaert, de directeur, kwam het volgende aan de orde :

1. Unic een academische school in werking

Unic is een pionierende school die in vrij korte tijd een nieuw ,concurerend, onderwijssysteem van de grond te trekt.Om dat te realiseren wordt permanent veel tijd gestoken in onderzoek naar nieuwe leermethoden (en alles wat daarbij hoort zoals het ontwikkelen van een leeromgevingen het trainen van het personeel). Deze manier van onderwijs richt op het voor bereid-en van jonge mensen op de creatieve kennissamenleving waarin we leven. In het verlengde daarvan is een methode van werken ontwikkelt gebasseerd op positiviteit, inzicht, permanente reflectie, radicale keuzes, actorperspectief & samen
werken.

2. Gebrek aan Documentatie

Het probleem is dat door de enorme werdruk de medewerkers nauwelijks instaat zijn hun bevindingen vast te leggen. Dit
is echter wel nodig bij een Academische School i.o. die ook onderzoek als een aantoonbaar derde kernproduct wil situeren.
Het gebrek aan archief/documentatie maakt immers een verantwoorde analyse van de produkten die ontwikkelt worden moeilijk/onmogelijk. Daardoor kan onnodig de kwaliteit/legitimiteit van de gevonden inzichten ter discussie worden gesteld.Verder kan een gebrek aan documentatie ook leiden tot het onnodig herhalen van zaken en een te langzame vootgang in een gekozen onderzoeks/ontwerprichting.

3. Afspraak

Om het specialisme "UNIC", dat wil zeggen "uniek", verder te ontwikkelen is besloten om al hetgeen al ontwikkeld is (of half ontwikkelt is) samen te gaan brengen. De bedoeling is om heel dichtbij huis te beginnen, waarbij vooral gedacht wordt in termen van haalbaarheid. Langzaam maar zeker kan zich dan een (wellicht digitaal) systeem ontwikkelen . Concreet
betekent dit alles dat nu eerst een podcast wordt gemaakt. Alice Timmermans (IDEE) zal worden benaderd om hier
(mogelijk) sturing aan te geven. Inhoudelijk zal Jeroen Lutters het proces begeleiden. In de organisatie zal Jacob de Ruyter een rol spelen. Het is de bedoeling dat de podcast eind januari klaar is. Het organisatiemodel moet eind november helder zijn. Na de podcast kan begonnen worden aan een publicatie, wellicht met behulp van een professionele ghostwriter.

Onderzoek & Ontwerp Pedagogische Revolutie

Woensdag 14 november sprak de onderwijsrevolutionair Taylor Gatto in Nederland op een congres georganiseerd door De Kampanje, een particuliere school die vrijheid van onderwijs nastreeft. Gatto is een gelauwerd (1990 beste leraar van de staat New York & 1991 van de stad New York) als leraar maar ziet de school als een straf die kinderen dom en gevangen houdt. Hij is daarmee een onderwijsrevolutionair in de traditie van Ivan Illich die met zijn befaamde "Deschooling Society" (1971) pleitte voor een ontmanteling van het schoolsysteem. Inmiddels is Gatto niet meer bij een school werkzaam omdat hij op wil houden met het "pijnigen" van kinderen.

In de pedagogische visie van Gatto draait goed onderwijs om :

- veel vrijheid geven
- veel praktijkervaringen
- aansluiten bij de werkelijke interesse van het kind
- solidariteit met de leerling
- het natuurlijk netwerk betrekken in het onderwijs
- minimaliseren van instructielessen
- motiveren van jongeren door focus op eigen doel te stimuleren
- kritisch beschouwen van de zogenaamde experts
- zoveel mogelijk onderwijzen binnen het eigen netwerk
- afschaffen van het huidig schoolsysteem

(Bron: NRC 15 november 2007)

Deze visie lijkt aan te sluiten bij de werkwijze van opleidingsscholen binnen SOS en IDEE. Ook daar zien we dat jongeren keihard werken vanuit een eigen motivatie. Er lijkt hier sprake van een gerealiseerde succesvolle pedagogische revolutie.

zaterdag 10 november 2007

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

Deze week heb ik drie bijdrages geleverd voor het project Academische Scholen :

- 7 november : een lezing/workshop over de academische school als academische ziekenhuis op het congres "Hoe diep is uw pilot ?" van de Open Universiteit in Amersfoort.

- 8 november : een lezing/workshop op het openingscongres "Sociale Innovatie" van de Faculteit Maatschappij en Recht van de Hogeschool Utrecht over "Overvecht Presents...".

- 9 november : intervieuws met een 8 tal mensen betrrokken bij het project Academische Scholen ten behoeve van een promotie DVD "Academische Scholen in Werking" voor docenten op Academische Scholen.

De Academische School als Academisch Ziekenhuis :

De academische school lijkt op een academische ziekenhuis. Kenmerkennd bij een Academisch Ziekenhuis is dat zorg, opleiding en onderzoek de drie kernprocessen zijn. Mijn stelling is dat het van belang is dat het zaak is scholen 3 typen te onderscheiden : (1) scholen (2) opleidingsscholen en (3) academische scholen. Bij de eerste is het kernproces onderzwijzen. Bij de tweede is het onderwijzen en opleiden. Bij de derde is het onderwijzenn, opleiden & onderzoeken.

In navolging van een Academisch Ziekenhuis betekent het ontwikkelen van een Academische School:

- het ontwikkelen van topreferentie op regionaal/landelijk niveau
- het ontwikkelen van een center of excellence met specialismes
- het ontwikkelen van een wetenschappelijke agenda
- het ontwikkelen van personele unies met het Hoger Onderwijs
- het ontwikkelen van een engelstalig internationaal netwerk

De mensen in de zaal waren over het algemeen erg enthousiast. Met name het feit dat er meer plaats komt voor specialismes. Ook het feit dat dit voorstel is gebasseerd op diversiteit werd enthousiast begroet.

Overvecht Presents :

Een topic van de Academische School VRC is het integreren van "Stad, Jeugd, en Opleiding". In het kader daarvan heb ik
een kort evaluatief onderzoek gedaan. De resultaten daarvan , heb ik al eerder gepubliceerd in een paper voor o.a. Ella Voogelaar. Op dit congres stonden de gevolgen van de conclusies en acties voor het HBO opleidingen centraal.

Als case is ingegaan op het "t-shirt project" in het kader van het project " ontwikkel je eigen mini-onderneming" dat uiteindelijk halverwege fout liep, waardoor niet helemaal het beoogde resultaat kon worden behaald. In de analyse heb
ik dit proberen te herleiden tot een gebrek aan opleiding bij docenten om een crisis te managen.

Teneinde dit te verbeteren heb ik de suggestie gedaan een deel van de docenten opleiding in te richtten als een piloten-opleiding.Daarin komt dan aanbod :

1. de voorbereiding op een crisis in de opleiding als onvermijdelijk aspect van een vlucht

2. het maken van een instictieve "quick scan" bij het optreden van een crisis

3. het terugbrengen van het leiderschap tot het niveau van competentie; desnoods door een onconventionele charge

4. simpele acties gericht op een positieve afloop

5. gemeenschappelijke resultaatverplichting tot het toestel aan de grond staat

6. stand by van de omgeving in prioriteit fase 1

7. uitgebreid onderzoek om herhaling te voorkomen na afloop van de vlucht

Een protocol en het trainen van competenties als bij een pilotenopleiding sloeg aan. De aanwezige directeur van het ISK was bijvoorbeeld erg enthousiast. Hij heeft interesse om een training van de medewerkers hierop. Mogelijk kunnen ze deelnemen bij het traject van het VRC in het kader van onderzoek/ontwerp Academische Scholen.

Promotie DVD Academische Scholen

Tenslotte zijn opnames gemaakt voor een promotie DVD Academische Scholen. Opmerkelijk waren gesprekken met verschillende docenten, studenten en managers in het kader van de Academische Scholen. Daarbij kwam naar voren :

1. dat er enthousiasme is voor het concept "academische school als academisch ziekenhuis"

2. dat het centraal stellen van 3 kernprocessen het beroep van leraar veel interessanter maakt

3. dat plezier in het werk automatisch positieve gevolgen heeft voor de leerlingen

4. dat hiermee wellicht een "route" zichtbaar wordt naar onderwijsverbetering

Met materiaal wordt in de komende maanden gemonteerd. Naar verwachting zal begin januari, als de onderzoeksresultaten van de scholen binnekomen, de DVD kunnen worden gedistribueerd.

maandag 5 november 2007

Onderzoek & Ontwerp Liberal Arts

5 november vond op de Vrije Hogeschool (Bernard Lievegoed College for Liberal Arts) een gesprek plaats tussen de vertegenwoordigers van verschillende disciplines :

1. Marja Molenaar : voor de Vrije Hogeschool
2. Chris Wissenburg : voor het Pedagogische aspect (Helicon)
3. Erik van Luytengaarden : voor het Juridische aspect (NPI en HU)
4. John van Schaick : voor het Theologische aspect (Origenes)
5. Roel de Groot : voor het Orthopedagogische aspect (Agiel en HU)
6. Jeroen Lutters : voor het Cultuurhistorische aspect (VH en HU)

De bijeenkomst was zeer inspirerend. De verschillende personen vertelde vanuit hun eigen vakmatige perspectief over het belang te komen tot een Bernard Lievegoed College for Liberal Arts waar de verschillende vakgebieden een plaats zouden kunnen krijgen. Daarbij kwam aan de orde:

1. Het belang van het wetenschappelijk benaderen van esoterische fenomenen door John van Schaick
2. Het belang de "min 40" generatie kennis te laten maken met het werk van Lievegoed door Erik van Luytengaarden
3. Het belang om aan te sluiten bij een reeds aanwezig masters traject dooor Chris Wissenburg
4. Het belang om te komen tot een post pabo opleiding met een orthopedagogische insteek aldus Roel de Groot
5. het belang te sturen op het handelen in een post moderne tijd gekenmerkt door ontologische twijfel door Jeroen Lutters

De uitkomst van het gesprek was dat dit gezelschap een vorm van "manifest" gaat schrijven dat rond januari 2008 geplaatst kan worden in "Motief". Marja Molenaar en Jeroen Lutters zullen iemand aantrekken die het schrijfwerk verricht. De groep zal bij elkaar geroepen worden voor een gesprek dat de basis vormt voor een artikel. Dit proces kan een eerste stap vormen in het ontwikkelen van kenniskringen en lectoraten met als uiteindelijk resultaat master en minoir trajecten.

Behalve het gesprek over de masters vond een gesprek plaats tussen Marja Molenaar, Hanke Drop en Jeroen Lutters over de minor. inmiddels is een handzaam tijdspad opgesteld. Het is nu van belang dat zo snel mogelijk begonnen wordt met een ontwerp van de aansturing door Dick de Wolff en Marja Molenaar. Verder is het van belang dat een interne vacature wordt gesteld voor iemand die als onderzoeker/ontwerper en later uitvoerder drager wil worden van de minor in de Hogeschool.
Deze ontwerper/uitvoerder zal resulteren onder aansturing van een senior medewerker (Jeroen Lutters) en ondersteuning krijgen van een student-assistent.

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

De dieptepilot vraagt om een prototype Academische School. Het ontwerpen van een structuur en cultuur voor academische scholen kan alleen maar totstand komen door gedegen onderzoek. Omdat onderdeel van het onderzoek ook het optimali
seren van onderzoek binnen de scholen is, is het echter van belang deze verschillende niveau's steeds duidelijk uit elkaar te houden. Het gaat daarbij om verschillende niveaus van abstractie. Ik heb het dan over :

1. De experimenten en het onderzoek binnen de school, die behoren tot de cathegorie van de feiten. Hier zien we de Academische School i.o. in werking.

2. Het onderzoek door analyse en interpretatie van de feiten, waaruit blijkt welke Academische School structuur/cultuur werkt en welke niet, met als metafoor het Academisch Ziekenhuis.

3. Het design op basis van analyse en interpretatie van een structuur/cultuur van Academische Scholing verwant aan die van het Academische Ziekenhuis.

Qua onderzoeksstructuur ga ik uit van de volgende principes :

1. Kwalitatief onderzoek : het onderzoek is kwalitatief van aard. De opgeleverde data geven een beeld van de betreffende scholen. Het is niet de bedoeling dat de school omgezet wordt in een aantal specifieke codes, op basis waarvan conclusies worden getrokken. Het is de bedoeling dat zich een onderzoekscultuur ontwikkelt waar dat mogelijk is, en wordt geholpen om daarbij passende structuren te vinden...

2. Etnografische benadering : het onderzoek is het meest verwant aan wat wel wordt aangeduid als een etnografische benadering. In deze benadering wordt de schoolcultuur onderzocht. In dit geval op zijn onderzoeksmatige kracht. Dit wordt
getoetst op basis van een experiment : het aannemen en uitvoeren van een onderzoek/experimentele opdracht. Op basis van deze graadmeter is enigzins vast te stellen welke scholen wel en welke niet in staat zijn Academische School te zijn en waar dat mee samenhangt.

3. Cultuur analyse : aansluitend bij de kwalitatief-etnografische benadering worden tussentijds resultaten bekenen, maar
ook procesbeschrijvingen in termen van "verhalen" geanalyseerd. Uit die evaluatieve verhalen kan worden opgemaakt welke
"beliefs" er in de school leven en hoe die van invloed zijn op de praktijk (resultaten) van de Academische School. In een tijd van epistemologische en ontologische twijfel is een "belief" de op basis van "fictie" ontworpen identiteitsstructuur. Identiteit is geen kwestie meer van (zogenaamd toetsbare) kennis, maar een "fantasy".

4. Narratologie als instrument : in deze benadering is van groot belang dat ieder van de partners zijn eigen verhaal vertelt.
Het vertellen van een verhaal veronderstelt rhetorische vermogens. Het ontwikkelen van die rhetorische vermogens geldt zowel verbaal, in beeld en in geschrift. Het is in dit kader ook van belang digitale hulpmiddelen te gebruiken.

5. Dialoog als instrument : in deze benadering is participatie van groot belang. Als gevolg van de aard van het onderzoek doet iedere school zijn eigen onderzoek, binnen zijn eigen te ontwikkelen onderzoekscultuur. Om die onderzoekscultuur
bovenwater te krijgen en tegelijk te stimuleren is de dialoog van groot belang. Vandaar dat we regelmatig op schoolbezoek gaan, kennisateliers instellen, een centrale meldpunt hebben waar archivering/vragen kunnen worden gesteld. Essentieel voor een effectieve dialoog is de menselijke constalatie.

5. Reflectie als instrument : kern van het onderzoek is de gedachte dat reflectie op de cultuur van groot belang is voor het ontwikkelen. Om te komen tot reflectie worden leerteams ingericht. In deze leerteams wordt de Academische School i.o. als schoolexperiment geevalueerd. Deze evaluatie kan vervolgens leiden tot een nieuw design.

6. Academische School Design : door reflectie ontstaan ideeen. We bevinden ons op het niveau van inspiratie van "fictieve standpunten". Om te komen tot een concrete toets dienen de ideeen echter ook (op integraal niveau) echter concrete structuren te veranderen. Daarvoor is een basisformat ontwikkelt die uit zal monden in een routeplanner. Verder is een project schoolontwerpen en educatief design ontwikkelt. In samenwerking met NUOVO is een project " Jeugd Stad & Opleiding" (Overvecht Presents...) van start gegaan.

7. Cultureel Ondernemen : uiteindelijk wordt het hele verhaal samengevat in een groot verhaal waarbinnen de afzonderlijke schoolverhalen een plaats zullen krijgen, maar ook een samenhangend verhaal zal worden vertelt. De bedoeling is dit onder te brengen in een "koffertje" met daarin : (1) een inleiding op de methode (2) de onderzoeksverslagen van de scholen (3) het prototype dat is ontwikkeld (4) de routeplanner naar een academische school (5) audio-visueel materiaal. Dit materiaal kan een hulpmiddel zijn bij het maken van keuzes.

Vandaag had ik een gesprek met Gyan Ackveld die verbonden is aan het het project Samen op Scholen en in het kader van een evaluatieonderzoek samenwerkt met het lectoraat van Elly de Bruin. In het gesprek kwam naar voren dat mijn benadering
interessant is in het kader van de SOS ontwikkelingen en in de evaluatie kan worden meegenomen. Met name het cultuur analytisch perspectief bood vernieuwende inzichten. Andersom kan het evaluatief onderzoek SOS ook van belang zijn voor de ontwikkelinng van Academische Scholen. Wat betreft het materiaal dat Gyan Ackvelt aanreikt met name om professionalisering van docenten en communicatie binnen de organisatie methodisch te onderbouwen.

donderdag 1 november 2007

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

Op 30 en 31 oktober, hebben Jacob de Ruyter en ik 4 gesprekken gehad met 4 scholen in het kader van het onderzoekslaboratorium Academische School. Deze gesprekken hebben voornamelijk in het teken gestaan van
de stelling " Van Opleidingsschool naar Academische School". Hieronder zal ik daar uitgebreider op ingaan. Voor wie
verder geinteresseerd is in dit thema verwijs ik naar mijn lezing op 7 november in de Eenhoorn in Amersfoort: " De academische school een academische ziekenhuis ?" Daarbij zal ik dieper ingaan op de metafoor van het Academisch Ziekenhuis en met name ook op de cultuur van een Academisch Ziekenhuis (cq.school) waar een permanente onderzoeken
de en experimenterende dialoog (onderzoek je eigen werk !) gaande is. De geintervieuwde scholen waren allemaal onderwijslaboratoria in oprichting t.w. ::

I Het Minkema College in Woerden
II Het CSV in Veenendaal
III Het Scala College in Alphen aan de Rijn
IV Heerenlanden in Leerdam

Minkema :

Het eerste gesprek heeft plaatsgevonden met Harry Frantzen, naast algemeen directeur ook de penvoerder van het project.
In dit gesprek is vooral gekeken naar de uitgangspunten van het project Academische Scholen. Aan de orde kwamen :

1. Status : aan de orde is gekomen hoe de Academiische School zich onderscheid van een gewone Opleidingsschool door
dat hier meer accent ligt op Onderzoek & Experiment. Daarmee worden de voorwaarden vervult voor een interessant en aantrekkelijk soort werkplaats waar mensen niet alleen uitvoerders, maar ook ontwerpers zijn. Op deze plekken neemt onderzoek & ontwerp een belangrijke plaats in.

2. Regionaal : net als Academische Ziekenhuizen heeft de Academische School een regionale voorbeeldfunctie.Dat
betekent dat ze een uitstraling heeft naar de andere (opleidings)scholen. Niet iedere opleidingsschool kan overigens een Academische School worden. Dit sluit aan bij de visie van Jan Nijboer (directeur van het Meerstroom) om deze functie meer
te centraliseren (voor hem meer als bestuurlijke unit).

3. Hogeschool : de Hogeschool is het expertisecentrum op basis waarvan scholen het tweede kernproces kunnen vormgeven. Belangrijk is dat op beide plaatsen het "zelfstandig leren leren" centraal staat. Daartoe moeten ook condities- een begelei-dingsstructuur, curriculum, organisatie en maatschappelijke uitstroom mogelijkheid worden gecreerd.De samenwerking tussen Hogeschool en Academische School is vergelijkbaar met die tussen Academisch Ziekenhuis en Universiteit.Ook qua bekostiging zou het interessant zijn te kijken naar twee stromen die te vergelijken zijn met gezondheidszorg en onderzoek. Hierbij zou je kunnen denken aan een verband tussen de sociale zorg en onderwijs (bundeling van de FE en de FMR in de Utrechtse Academie is een goed voorbeeld).

4. Experts : het niveau van personeel van de Academische School is doorgaans hoger dan dat van de gemiddelde opleidings
school. Het is ook goed denkbaar dat medewerkers van de Academische School ook (free-lance) lesgeven op een Hogeschool. Dit creert een win-win situatie. De experts zijn specialisten op een bepaald gebied dat ze ontwikkelen binnen
de eigen praktijk, maar dat zich verder uitontwikkelt op bovenschools niveau.

5. Onderzoek & experiment : in de Academische School is ruimte/facilitering voor onderzoek & experiment. Dit is voornamelijk "practice based" onderzoek. De Hogeschool-functie voegt hier literatuur studie aan toe, en maakt het zo "evidence based" onderzoek. Deze structuur/cultuur kost geld. Het "model Academische School" moet daartoe de aanzet geven bij de overheid. Centrale inhoudelijke "topics" zijn daarbij van belang. Net zo goed als sommige Academische Ziekenhuizen een specialisme hebben op het gebied van kankeronderzoek en weer andere excelleren op het gebied van gezondheid & sport.

6. Internationale omgeving : Academische scholen werken natuurlijk ook internationaal. Ze zoeken naar voorbeelden, bij voorbeeld in de VS, Engeland, Duitsland en Scandinavie waar reeds interessante vormen bestaan van "teacher training". In de VS bijvoorbeeld werken docenten soms graag in de 'slums' omdat ze met een team aan het werk zijn en zelf een eigen vorm van onderwijs kunnen ontwikkelen die doeltreffend werkt. Dit sluit aan bij de minor Educatief Design die is ontwikkelt door Jeroen Lutters, Nies van Lindenberg en Femke Boesenkool.

7. Menswetenschap : telkens blijkt een interdisciplinaire menswetenschappelijke benadering van groot belang is. Veel te veel wordt het onderwijs benaderd vanuit de management gedachte/ economische paradigma's. Deze moeten dienstbaar zijn aan de menswetenschappelijke benadering en niet andersom. Ook institutionele belangen komen vaak veel teveel op de voorgrond. Waar het om gaat is een bouwwerk op te trekken van Hogescholen-Academische Scholen en Opleidingsscholen
die samen een geheel vormen.

8. Promotiebeleid : bij de Academische School past meer aandacht voor promotiebeleid op en vanuit de Hogeschool. In het kader daarvan is het belangrijk dat het "scholarship" programma van de HU wordt gekoppeld aan dat van de scholen. Het
"upgraden" van het personeel in de Academische Scholen, vraagt verder ook dat het personeel binnen de Hogescholen ook een slag maakt. Specialismes dienen te worden ontwikkeld. Dat van mij is het ontwikkelen van een nieuwe Academische Cultuur.

9. Leerteams : de Academische School positioneert zich tussen Hogeschool en Opleidingsschool. Om dit goed te laten lopen is het belangrijk leerteams vorm te geven. Het kennisatelier is daarvan al een voorzichtig voorbeeld. Middelen worden gezocht binnen de project begroting om meer inzet vanuit de lerarenopleiding mogelijk te maken. Leerteams worden overigens al in een grote mate van diversiteit ingezet. Vanuit het lectoraat VOMD is dit model verder onbtwikkelt. Bruikbare publicaties zijn verder bekend van Hannah Wielinga.

10. Inspiratiebronnen : er zijn verschillende auteurs, maar ook scholen, zoals Parker High in Boston, die voorbeeldmatig werken. Uitwisseling kan meer gestimuleerd worden. Wellicht is het goed dat ik voorafgaand aan het schrijfproces een buitenlandse school bezoek. Dat kan veel werk bespraen en een legitimatie geven aan de opzet.

11. Lectoraat VOMD: het lectoraat zal zich in de komende tijd nog meer richtten op het onderwijskundig ondersteuning van dir project. De deelprojectleiders/projectleider zullen sturen op de organisatie. van belang is te beseffen dat in het verleden
veel vernieuwingstrajecten mislukt zijn omdat teveel werd gestuurd op de innovatie organisatie en het curriculum en te weinig op de professionalisering van de docent en de ontwikkeling van een geschikte leeromgeving voor de docent. Dit project wil daar verandering in brengen. "Innoveren begint als docent bij jezelf". Om dit te realiseren is de deialoog en daarmee het leerteam (onderzoeksteam) van groot belang.

CSV Veenendaal:

Het gesprek vond plaats met de directeur hans Wielink en de projectleider Ulke de Waal . Daarbij is duidelijk geworden
dat:

1. Projectniveau : er nog onduidelijkheid bestond over het verschil tussen Academische School en Opleidingsschool en dat het benoemen daarvan als verhelderend werd gezien. Tevens werd duidelijk dat de bijdrage tot nu toe teveel op schoolniveau was gericht, maar dat de gedachte van een Academische School, als Academisch Ziekenhuis vormgegeven, inspirerend was.
Met name met het oog op het ontwikkelen van een eigen specialisme : het richtten op de beroepsgerichte poot in het onderwijs. Competentieontwikkeling van de docenten, als onderzoekende docenten, kwam meer op de voorgrond.

2. Schoolniveau : het project bij voertuigen zal meer worden gericht op het projectniveau, zodat de ontwikkeling niet alleen voor de school, maar ook voor het gehele project goed is. Daarbij richtten ze zich vermoedelijk meer dan nu het geval is op het ontwikkelen van analytische/onderzoekende competenties bij docenten. Praktisch : door het onderzoeken van de inno-vatie bij voertuigen ook te zien in termen van duurzame competentieontwikkeling en in het kader daarvan de docenten ook op hun onderzoekende vaardigheden te trainen/evalueren.

3. Onderzoeksniveau : binnen twee weken laat de school horen of ze in de toekomst behalve opleidingsschool ook aca
demische school beoogd te worden en hoe ze het onderzoek bij voertuigen net een slag verder willen brengen zodat het
op projectniveau ook een belangrijke inbreng heeft. Daarbij gaat het vooral over afspraken m.b.t. produkten voor januari
2008. Natuurlijk stopt de ontwikkeling niet in 2008. Het is slechts de aftrap. Overigens zal CSV er voor zorgen dat alle info (ook flankerend zoals het keurmerk) terecht komt bij Eva. Zij is het centrale meldpunt.

Het gesprek was openhartig en prettig. Duidelijk werd dat nog niet duidelijk was dat het project Academische
Scholeneen fundamentele verschuiving inhoud die een bewustzijn vraagt over het feit dat je (met een metafoor)
"nieuwe schoenen" moet aanschaffen, een kaart moet aanschaffen en je moet trainen voor een ophhandde zijnde
bergwandeling !

Het Scala College :

Nu : Het Scala College heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkelt tot een opleidingsschool in hart en nieren. (1) Studen-
ten, maken als junior docenten deel uit van de basisorganisatie. Bij vrijwel iedereen is dat een geaccepteerd gegeven. Sterker
nog : men zou niet meer zonder kunnen en willen. Studenten passen binnen het IPB. (2) Daaruit voortkomend is ook onderwijskundig de inzet van studenten van groot belang gebleken voor de school. Het past binnen de ontwikkelings gedachte van het onderwijsmodel om een pluriform team in leeftijd en competenties tot je beschikking te hebben. Studen
ten brengen ideeen in die leiden (o.a. in leerteams) tot andere vormen van lesgeven.(3) Om aan de ontwikkeling te werken zijn "laboratoria" situaties opgezet waarbinnen aan de ontwikkeling/professinalisering van de nieuwe en de bestaande groep docenten wordt gewerkt. Dit wordt opgezet door een groep docentenh/stafmedewerkers met ondersteuning van Caroline van Lereuwen die werkt met een zeer bruikbaar "reflectie-model". Net als op Via Nuova blijkt steeds weer reflectie (en daarmee analyse) de basis voor nieuwe vormen van design.

Toekomst : Het is nu interessant te gaan onderzoeken hoe het Scala de onderzoekende/experimenterende grondhouding verder kan gaan uitwerken en daarin een regionale positie bij in kan gaan nemen. Om de mogelijkheden te onderzoeken wordt een gesprek belegd met Ton van Gils. Daarin staat centraal : wat is er nu en wat willen we als Scala in de toekomst ? Willen we ons doorontwikkelen naar een Academische School volgend het eerder genoemmde model ? In ieder geval lijken
de voorwaarden gunstig te zijn, aangezien er al actief gewerkt wordt in laboratoria settings en een onderzoekende, en daarmee academische cultuur, aan het ontstaan is binnen de school.

Stappen : Hoe te komen "Van opleidingsschool naar Academische School" wordt de volgende stap. We kunnen daarbij gaan kijken of een routeplanner kan worden gemaakt, die mogelijk ook als inspiratiebron kan gaan dienen voor de "routeplanner"
die we aan het einde van het project willen presenteren. In die routeplanner kunnen ook de valkuilen worden opgenomen. Bijvoorbeeld de noodzaak van het duidelijk verankeren van het proces op het niveau van de lijn, op het niveau van de vestiging. Vestigingsdirecteuren moeten een model Academische School in hun hart dragen wil het werken naar de leerlingen, de studenten en de docenten. Steeds meer wordt duidelijk dat het model "Academische School" zoals dat
zoetjes aan zichtbaar wordt grenst aan een model " Excellente School". Kwaliteitsbeleid en Onderzoeksbeleid vallen daarmee samen.

Heerenlanden:

Projectniveau : Het bewustzijn te wekken voor het projectniveau bleek ook goed te zijn op Heerenlanden. Het gesprek
met Anton van de Velde, was een onderzoekend gesprek en daarmee een voorbeeld van de "Academische School in Werking".
Dit was een dialoog die zich kenmerkte door het analyseren van de werkelijkheid, en het nadenken over mogelijke scenario's op een abstractieniveau dat de dagelijkse werkelijkheid recht doet, maar die ook niet leidde tot gevangenschap in korte termijnsconclusies. Echt onderzoeken blijkt ook nu weer "niet leren weten" maar vooral ook "leren denken". Door het steeds weer bevrijdende denken ontstaat uiteindelijk handelingsvrijheid (keuzevrijheid). Dit heet ook wel "tripple loop
learning".

Productniveau : Heerenlanden is bezig met het ontwikkelen van een ELO in het kader van het onderzoekslaboratorium.
Dit product blijkt van grote waarde te zijn voor de school. Een ELO vergemakkelijkt het onderwijs. Sterker nog het is een onmisbaar instrument voor de Academische School. Om dit te accentueren wordt gevraagd aan Jan van de Berg, de projectleider, om hierover meer te komen vertellen binnen het kennisatelier. Daarmee wordt het deelonderzoek ook
naar het projectniveau getrokken, hetgeen ook de bedoeling is. Duidelijk zal immers moeten worden wat digitalisering binnen het model Academische School betekent. Hierover zullen ook nog gesprekken worden gevoerd met andere deskundigen (met name vanuit het paradigma web 2.0) zoals Paul Scheulderman.

Procesniveau : Op procesniveau wil Heerenlanden meer aandacht gaan besteden aan het ontwikkelen van een Academische Cultuur die past binnen de eigen schoolidentiteit. Dat betekent niet dat de allernieuwste uitvindingen op het gebied van onderwijs worden neergezet. Het kan bijvoorbeeld ook betekening dat met nasme wordt ingegaan op een werkzame samenhang tussen onderwijs en levensbeschouwing en dat daar ook meer systematisch dan nu het geval is onderzoek
naar wordt gedaan.In dat verband is het belangrijk te beseffen dat Heerenlasnden een "ontmoetingsschool" wil zijn. Communicatieve vaardigheden, de dialoog, staat daarmee centraal in de totale organisatie. Op dit gebied zou een specialisme kunnen groeien, net zoals bij het Minkema visie, bij het Scala professionalisering en bij Veenendaal de beroepsgerichtheid.

Overall was het een week waarin steeds duidelijker is geworden hoe verhelderend het is om duidelijk te maken dat "De Academische School" iets anders is als de "Opleidingsschool". De Opleidingsschool is een eerste stap waarbij de student
functie centraal staat als tweede kernproces.De Academische School gaat een stap verder. Daarbinnen staat het onderzoeken
/experimenteren centraal. Studenten, maar ook docenten nemen daaraan deel. In het kader daarvan is ook passend dat
langzamerhand ook docenten uit het veld Educatief Design als minor gaan volgen(zoals weer duidelijk werd op het kennisatelier over Educatief Design op 31 oktober) omdat ze willen deelnemen in een Academische School. Overigens lijkt het gezien de ontwikkelingen interessant eens te kijken naar een samenwerkingsvorm in het kader van de "Academische School" met de "Utrechtse Academie". Van school, naar opleidingsschool, naar academische school : daarbij komt de utrechtse academie meer en meer in beeld.

donderdag 18 oktober 2007

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

18 november zijn Wim Ruitenbeek en ik in het kader van ons bezoek aan de Academische Scholen i.o. langs geweest op:

I Het Meerstroom College (Utrecht)
II Kandisnky (Nijmegen)

Net als in de voorgaande dagen blijkt het van groot belang te zijn regelmatig de scholen te bezoeken. Systematisch onder
zoek is geen eenvoudige zaak in de drukte van alledag. Samenwerking tussen school, projectleiding, & lectoraat heeft een duidelijke meerwaarde om een "Academische School in Werking" te realiseren.

ad I Meerstroom : De Academische School als gelaagd gebouw

Het gesprek op Het Meerstroom gaat aanvankelijk over de moeilijke situatie waarin de school verkeerd. De vraag is voor
directeur Jan Nijboer of hij binnen het vereiste tijdsbestek wel met een relevante bijdrage kan komen in het kader van het project "Academische Scholen". Na wat doorvragen blijkt hij al met een onderzoek bezig te zijn dat heel goed bruikbaar is in het kader van de Dieptepilot. De werktitel van het onderzoek zal gaan luiden : "Op weg naar een Nuovo Academie". De Nuovo Academie is een idee van Wim Ruitenbeek. Het draait om intensivering van de samenwerking op het gebied van de Opleidings scholen/Academische Scholen (onder een bestuur). Daardoor kan de effcientie en de kwaliteit van de opleiding worden verhoogd. Dit sluit aan bij de wens van Jan Nijboer om zich op lokateieniveau meer te richten op het primair proces en met betrekking tot het opleiden in de school meer samen te werken met het Vader Rijn College. Inmiddels is de samenwerking een feit en kunnen de studenten van het Meerstroom College deelnemen aan leergroepen op het Vader Rijn College. Daarmee is een "try out" van een "NUOVO academie in werking" gegaan die in het kader van het onderzoek zal worden gemonitord.

Dit zal gebeuren op 3 bijeenkomsten:

15/11 een start-bijeenkomst. Daarbij zullen de studenten van de Meerstroom, de directeur, de deelprojectleider, een vertegenwoordiger van het lectoraat VOMD, aanwezig zijn.

10/11 een monitor-bijeenkomst. Daarbij zullen de studenten worden geintervieuwd.

24/1 een slot-bijeenkomst. Daarbij zullen ook aanbevelingen worden geformuleerd.

Gekoppeld aan de slotbijeenkomst zulllen Jeroen Lutters & Jan Nijboer een dag lang samen aan de slag gaan om de resultaten te interpreteren en te plaatsen in de totale context . Daarvoor moet nog een datum worden geprikt. Het Meerstroom College wil met dit onderzoek aannemelijk maken dat "De Academische School" beter werkt in een gelaag
de structuur/cultuur waarbij : (1) de schoollokatie (2) een bovenschools opleidingscentrum (3) het hogeschool expertise centrum worden ingezet. Tot nu toe wordt nog te weinig aandacht besteed aan het tweede gebied. Daardoor vind er een onnodige fragmentering plaats en wordt het opleiden in de school te gecompliceerd. Op projectniveau kan dit deelproject een belangrijke bijdrage leveren op deelgebied 5 van het prototype : de benodigde leeromgeving.

ad II Kandinsky : De Lerende Docent

Het gesprek op het Kandinsky contreert zich vooral op de student/docent. Het Kandinsky is bezig met een onderzoek naar de mate waarin de doelstellingen van de school ook daadwerkelijk worden gehaald als het gaat om "Opleiden in de School" . Daartoe worden studenten ingezet die in een tweetal student-docent koppels, middels interviews,de uitgangspunten zullen toetsen. Op basis van kwaliteitsonderzoek (verhalen) zullen eerste conclusies worden getrokken op schoolniveau die dan kunnen leiden tot een vervolgonderzoek (leerlingniveau). Daarnaast zal een doorvertaling plaatsvinden op projectniveau. Verwacht word dat het onderzoek nieuwe inzichten oplevert aangaande de rol en de positie van de student op een Academische School. In dit verband is het onderzoeksproces van de studenten, op projectniveau, van groot belang. Uit hun (zelf)reflectie zal immers naar voren moeten komen hoe je komt tot een succesvol onderzoek m.n. welke tegenvallers je moet leren overwinnen om te komen tot een adequaat produkt. Aan de orde zijn gekomen : omvang, tijd, continuiteit,
eigenaarschap, kwaliteitsnorm, en pragmatisme versus idealisme.

Concreet worden in de komende 2 maanden ongeveer 6 interviews gerealiseerd. De 2 koppels zullen daarvoor eerst worden geprofessionaliseerd. De verslaglegging van de intervieuws zal mogelijk met beelden (audio-visueel) worden ondersteund.
Vervolgens zal eind december/begin januari het materiaal overhandigd worden aan Jeroen lutters die het verder kan polijs-
ten. Uiteindelijk zal hieruit een : (1) schoolverslag (2) inbreng voor het prototype (3) materiaal voor de routeplanner met zijn kansen en valkuilen en (4) audio-visueel materiaal voortkomen. Jeroen en Inge hebben afgesproken contact te onderhouden.

Wim en ik waren erg blij met de 2 gesprekken. Ons viel daarbij op dat :

1. Scholen vaak veel meer doen aan professionalisering dan ze zelf erkennen en herkennen

2. Scholen vaak op zoek zijn naar nieuwe vormen terwijl ze 'halfproducten' op het schap hebben/laten liggen

3. Scholen hun bestaand onderzoek door creatief-pragmatisme moeten koppelen aan een nieuwe geldstromen

Samen met de scholen kwamen we veelal tot de conclusie te kiezen voor een "pressure cooker" model. Het geheim daarbij licht in :

1. Het aanpakken van een klein thema dat als hefboom dienst kan doen

2. Het doen van het onderzoek in een afgemeten korte periode van hooguit een maand

3. Het produktgericht werken

4. Het mobiliseren van professionele hulp

5. Het integreren van de bestaande agenda

dinsdag 16 oktober 2007

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

Vandaag, 16 oktober, hebben Wim Ruitenbeek en ik de stand van zaken opgenomen bij een aantal Academische Scholen i.o.
en hun voor zover mogelijk geadviseerd bij het realiseren van hun onderzoek. Aanbod kwamen vandaag :

- Het Vader Rijn College (Utrecht)
- Via Nuovo (Utrecht)

Vader Rijn College : de dragers van de academische school

Vraagstelling : Centraal in het onderzoek van het Vader Rijn College staat de vraag hoe je de dragers van een Academische School in werking kan: (1) identificeren (2) in ontwikkeling brengen (3) hun kennis/kunde kan laten overdragen aan collega's. Het Vader Rijn is, bij monde van de directeur, daarbij de mening toegedaan dat de dragers van de Academische School zich in alle geledingen van de organisatie bevinden. Voor zover het de docenten betreft is een onderscheid gemaakt tusse CIO's/LIDO's (Bachelorstudenten) en Ecologische Pedagogiek studenten (Mastersstudenten).

Experiment : Om in beeld te brengen hoe je de dragers kan identificeren en ontwikkelen wordt voor januari een periode
van ongeveer twee weken vastgesteld die zal gelden als " De Academische School in werking". De bedoeling is dat in deze periode aan alle medewerkers gevraagd zal worden een aantoonbare/actieve bijdrage te leveren aan de Academische School, om het zo van een "papieren" een "levende" werkelijkheid te maken. Om dit te realiseren zal in deze weken op actieve wijze de dialoog worden bevorderd tussen : (1) de leiding (2) de spelers die al bezig zijn met de Academische School (3) de spelers die nog in beeld moeten komen. Dostojevski signaleerde al dat voor een dialoog het "gesprek aangaan" met mensen van groot belang is . Anders vallen ze "stil" en worden ze tot "ongemotiveerde instrumenten". De organisatie zal worden opgetrokken in samenwerking met de masterstudenten die zich in het hart van de academische school bevinden. De bedoeling is dat tijdens deze weken gedacht-es worden uitgewisseld die aan het einde van de periode door de directeur worden geintegreerd en in een samenhangende beleidsvisie voor het komend jaar worden teruggegeven aan het personeel. Projectleider van het geheel is Wim Ruitenbeek. Indien nodig is hulp toegezegd door Jeroen Lutters.

Verslaglegging : In het VRC staat het "natuurlijk leren" centraal. In samenhang daarmee lijkt het vanzelfsprekend dat het VRC ook komt met een vorm van "natuurlijk opleiden". Omdat natuurlijke vormen van leren en opleiden vooral door kwalitatief onderzoek zijn te traceren is het van belang dat de opbrengst van de "laboratorium weken " van de Academische School in werking niet worden gekwantificeerd, maar vooral goed worden beschreven (narratieve insteek). Het gaat erom dat het verhaal van een school als het Vader Rijn College in beeld wordt gebracht door beschrijving en analyse van wat er (al) gebeurd. Het is vooral van belang vertrouwen te hebben en aandacht te besteden in wat er al is. Het is veel minder aan de orde (ten onrechte vaak gedacht) weer iets nieuws te verzinnen. Het verslag van het experiment zal half januari beschikbaar zijn voor verdere uitwerking. Gezien het onderwerp zal het op projectniveau vooral een bijdrage leveren aan het 2e onderwerp: de rol van docent/expert in de Academische School.

Via Nuovo : kernreflectie als verbindend hart van de communicatie

Vraagstelling : Het onderzoek binnen Via Nuovo in het kader van de Academische School betreft het ontwikkelen van een kwaliteitszorg instrumentarium. Dit kwaliteitszorg instrumentarium draait vooral om het verbeteren van de communicatie door middel van het werken met kernreflecties.Communicatie is vervolgens de basis voor een verbinding tussen de verschil-lende partijen in de Academische School.

Experiment : Inmiddels is het onderzoek gestart olv. Mark Dees en onder verantwoordelijkheid van de directeur, Ron Dorreboom. In het onderzoek wordt gewekt op basis van een parallelle methode. Dat wil zeggen er wordt zowel onderzoek gedaan wordt naar de leerlingen, de studenten, de docenten, als de leiding. In het onderzoek wordt ook de etnografische context betrokken. Verder staat in het model het belang van de ritmische handeling (afwisseling tussen activiteit en rust) centraal.Van belang in het onderzoek is nu vooral alle reeds opgedane kennis te integreren onder de kop "Kernreflectie als hart van de academische school". Dat vraagt van de ene kant het afwerken van het bestaand onderzoek, maar vooral ook het in verband met elkaar brengen van reeds aanwezig materiaal.

Verslaglegging : De verslaglegging kan rond januari een feit zijn. In het verslag verwerkt worden de "Via Nuovo Academie" en de "Docenten Competenties Monitoring". Dit alles zal resulteren onder het eerder genoemde samenhangende thema: "Kern reflectie als hart van de Academische School". Op projectniveau zal het deelproject van Via Nuovo waarschijnlijk een bijdrage kunnen leveren aan het 4e onderwerp in de gemeenschappelijke publicatie : de rol van de communicatie in de Academische School.

Schoolbezoeken: De Academische School in werking

De begeleidingsgesprekken van Wim/Jeroen met de betrokken scholen waren staaltjes van de " Academische School in Werking". De oorzaak daarvan lag in het feit dat ieder van de betrokkenen duidelijk gecommiteerd was aan het thema opleiden in de school. Daarbij durfde ook ieder van de deelnemers op basis van ervaringen, analyses, experimenten en praktijk in het onderzoek te stappen. De Academische School is een " onderzoekende dialoog" gebasseerd op het thema "Onderzoek je eigen Werk". Op het moment dat de verschillende deelnemers als actoren in een "gesprek" durven/willen stappen is de Academische School al een feit.Keer op keer blijkt in dit type gesprekken dat veel van het benodigde materiaal (onbewust) al voor handen is en reeds doorwerkt in de organisatie. De bijdrage van het onderzoek is vooral de verschillende "fragmenten" in een samenhangend "verhaal" onder te brengen. Dit geintegreerd "verhaal" kan vervolgens dienst doen als basis voor een haalbaar en herkenbaar beleid.

zaterdag 13 oktober 2007

Onderzoek & Ontwerp Liberal Arts

In de afgelopen week maakte ik een aantal zaken mee die direct of indirect raakte aan het progressieve concept voor "Liberal Arts" zoals dat wordt ontwikkeld op de Vrije Hogeschool (Bernard Lievegoed College for Liberal Arts i.o.) . Ik heb het dan
over :

- de introductie van het boek "Pure Schoonheid" van Susan West Kurz in het Artemis Dutch Design Hotel in Amsterdam

- een lezing van Anette Kraus of "Hidden Curriculum" in de Rietvelt Academie in Amsterdam

- de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan Al Gore voor zijn werk voor klimaatverbetering

In alle drie de gevallen hebben we te maken met een toenemend bewustzijn dat alles met alles samenhangt en dat de enige manier om de ontwikkeling van mens & natuur te stimuleren is de activiteiten voortdurend in samenhang te zien met het
geheel. Kortom : integraal bewustzijn op kleine en grote schaal.

Susan West Kurz: een gezonde "lifestyle"

De auteur sprak over de noodzaak te komen tot een nieuwe lifestyle. Een lifestyle gebasseerd op:

1. ritme : een flow tussen polariteiten,
2. rituelen: terugkerende markatiemomenten
3. duurzaamheid: in plaats van korte termijn "policy"

Dat resulteerde in een visie op het leven die ze benoemde als "celebration of life" en een proces van "gracefully aging".
Een wereld waarin we in toenemende mate bewust dienen te worden dat "me=we"; dat je alleen maar verder komt als je beseft dat je eigen geluk afhangt van de mate waarin je ook andere gelukkig maakt. Deze levenswijze leidt tot innerlijke/uiterlijke schoonheid. Susan West Kurz is directeur van Hauschka Cosmetics VS; natuurlijke cosmetica die o.a. door
Madonna wordt aanbevolen.

Anette Kraus: "Hidden Curriculum"

Het werk van de kunstenares Anette Kraus gaat over de samenhang tussen leven en leren. In leersituaties, zoals scholen,
zijn we ons vaak niet bewust dat leerlingen vaak net zo veel, of meer, leren in situaties die niet als zodanig zijn gedefinieerd.
Het is de wereld van het "Hidden Curriculum" . Leerlingen leren achter de televisie, in specifieke ruimtes, in de omgang met elkaar. Interessant is je de vraag te stellen in hoeverre we deze realiteit integreren in ons leven. Het werk van Anette Kraus
sluit prachtig aan bij het concept "Levend Leren" en de opleiding "Ecologische Pedagogiek"ontwikkelt door Hans Jansen (Lector Vernieuwende Opleidingsmethodiek & Didactiek). Op dit moment is zij bezig met een project in CASCO Utrecht. Op 3 november vindt een lezing plaats.

Al Gore: disastreus effect van de huidige "lifestyle"

Het zweedse comite kende de Nobelprijs voor de Vrede toe aan Al Gore vanwege zijn inzet op het gebied van klimaats
verandering. Al Gore waarschuwt in de vorm van film, lezingen en publicaties dat de wereld snel aan het afzakken
is richting een regelrechte catastrophe. In "An unconvenient truth" laat hij zien wat de gevolgen zijn van onze manier
van leven, onze huidige "lifestyle". In feite schetst hiij de wereld van de fotograaf Edward Burtynsky die exposeert in het gemeentemuseum in Helmond met zijn apocalyptische "Industrial Landscapes".

Al Gore analyseert de werkelijkheid. Anette Kraus experimenteert met nieuwe werkvormen. Susan West is bezig met
het ontwerpen van een nieuwe "lifestyle". Dit laatste acht ik vooral van groot belang. Hier ontstaat ook de overlap met de activiteiten voor vernieuwing van het Hoger Onderwijs.Ook daar is een "lifestyle" verandering nodig: gericht op gezondheid in plaats van welvaart, gericht op integratie van mens en professie in plaats van desintegratie, gericht op het aanspreken van de hele mens in plaats van alleen het cognitieve (wetenschappelijk) of praktische (HBO) aspect. Innovatie die geen rekening met deze aspecten houdt is , in mijn ogen, tot mislukken gedoemd.

Het Hoger Onderwijs is een spiegel van de wereld. Het is tijd voor verandering. Daarvoor is analyse van de huidige situatie, experimentele nieuwe werkvormen en het aanbieden van een gezonde "lifestyle" ook voor jongeren/studenten van groot belang. In een nieuwe vorm van Hoger Onderwijs dient het onderwijs in het verlengde daarvan iets te worden dat gericht is op:

1. kritisch bewustzijn : het analyseren van de gevolgen van het huidige ongezonde systeem van Hoger Onderwijs dat bijdraagt aan een mondiaal natuur & cultuurverval.

2. integrerend handelen : het werken aan de integratie van leven en werk d.m.v. aandacht voor het "hidden curriculum",
het levend leerlandschap enzovoort.

3. progressieve "lifestyle" : het bevorderen van een nieuwe "lifestyle" waardoor jongeren/studenten in een gezonde verhouding komen met de tijdsstroom en de ruimte waarin ze leven.

vrijdag 12 oktober 2007

Publicatie script en postscript " Dreef 33"

Na overleg met de kerngroep is deze week besloten dat " Dreef 33" vooralsnog niet in produktie zal worden genomen. Dit heeft vooral te maken dat binnen afzienbare tijd aan de belangrijkste voorwaarde (voor de zomervakantie gesteld!) niet voldaan kan worden : het vinden van een geldschieter voor het realiseren van een dergelijke omvangrijke produktie. De begroting ziet er namelijk zo uit dat voor het realiseren van de produktie in personen en materieel een aanzienlijke investering nodig is. Ook als het gaat om een goedkopere distributievorm zoals "You Tube".

Het script en postscript zal niettemin worden gepubliceerd. Onderhandelingen zijn daarvoor gaande met Indigio en Agiel. Gedacht wordt aan een foto/tekst boek als "teaser" met achterin in handzame vorm het integrale script. Bijgeleverd wordt ook een CD met een postscript dat dient als handeling voor het werken met "soap" in (verschillende vormen van) onderwijs. De bedoeling is dat het boek uiteindelijk als artistieke produktie met een educatieve toepassingsmogelijkheid kan worden benut. Soap kijken past daarmee binnen het concept "hidden curriculae" zoals ontwikkelt door de kunstenares Anette Kraus.

Vooruitlopend op de publikatie zal op 12 januari een seminar worden georganiseerd waarin het werken met "soap" centraal staat. Er zal gewerkt gaan worden met 4 werkgroepen : (1) het onderzoeken van het leven als soap (2) het schrijven van een soap (3) het spelen van een soap (4) het analyseren van soaps. Het seminar wordt georganiseerd door de interfacultaire opleiding (Ecologische) Pedagogiek. Projectleider is Renee van der Linde. Voor meer informatie lees ook het weblog van "Dreef 33".

Onderzoek & Ontwerp Liberal Arts

Gisteren, 11 oktober, heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de directie/bestuur van de Vrije Hogeschool (Bernard Lievegoed College for Liberal Arts i.o.) en de directie van de Faculteit Educatie van de Hogeschool Utrecht. Een mijlpaal in de geschiedenis van de Vrije Hogeschool omdat daarmee voor het eerst een institutionele samenwerking met het reguliere Hoger Onderwijs totstand is gekomen. In dit overleg is uitgesproken dat we graag in een intensieve samenwerking met elkaar willen komen. Daartoe zal tussen nu en december een "convenant" worden opgesteld. Dit "convenant" dient als een basis-document waarbinnen specifieke deeltrajecten kunnen worden gesitueerd.

Op dit moment lopen er overigens al meerdere lijnen in de samenwerking tussen de Vrije Hogeschool (Bernard Lievegoed College for Liberal Arts i.o.) en het lectoraat VOMD van de Hogeschool Utrecht. Op het gebied van innovatie en profes- sionalisering bestaat er al een samenwerkingsverband om te komen tot een Vrije Hogeschool als laboratorium voor levend leren. Daartoe is een vraag neergelegd bij het lectoraat VOMD. Inmiddels hebben orienterende gesprekken plaatsgevonden met o.a. Jeroen Lutters en Paul Scheulderman (meervoudige geletterdheid).

Op het gebied van het ontwikkelen van lectoraten bestaat er een samenwerkingsverband waarbij medewerkers van de Hogeschool Utrecht betrokken zijn. Zo zijn o.a. Erik van de Luytengaarden (lector bij de FMR) en Roel de Groot (uitgever Agiel en medewerker van het lectoraat VOMD) betrokken bij de ontwikkeling van een toekomstige master, eventuele postacade-mische cursussen en de uitbouw van 3 lectoraten : kunst/cultuur, pedagogiek/andragogiek, ondernemerschap/recht.

Tenslotte is de ontwikkeling van een minor "Liberal Arts" in een versnelling gekomen. De faculteit educatie en de directie van ecologisch pedagogiek hebben hun wens uitgesproken deze minor in het aanbod van de FE op te nemen. De minor zal (mede dankzij de Ionastichting) worden ontwikkeld onder de vleugels van het de Vrije Hogeschool, die danook de eigenaar van het produkt is. De inhoudelijke ontwikkel vraag is neergelegd bij Jeroen Lutters (aangezien die ook de basisaanvraag heeft verzorgd). Het projectmanagement zal worden verzorgd door Hanke Drop. De (interne/externe) vermarkting van de minor is primair een zaak van de FE/Pedagogiek.

Vrijdag 16 november om 15.00 zal een volgend gesprek plaatsvinden met de faculteitsdirectie van de FE en de directie/het bestuur van de Vrije Hogeschool. Bij dat gesprek wordt vanzelfsprekend ook de directeur van de Ionastichting uitgenodigd. In het gesprek zal een eerste schets van het "convenant" worden besproken dat wordt opgesteld door Marcel Meer van de Hogeschool Utrecht. Intussen wordt o.l.v. Hanke Drop een deelcontract voor het minor-project opgesteld. Ook dat kan 16 november ter tafel komen. Iedereen was zeer ingenomen met het verloop van het gesprek en heeft vertrouwen in het vervolg.

donderdag 11 oktober 2007

Adolescentie in Fictie: Orlando

Vandaag is het bericht binnen gekomen dat een "voucher " is toegekend door de Hogeschool Utrecht om het promotie-onderzoek dat nu loopt onder de werktitel "Adolescentie in Fictie" te realiseren. Dit is een belangrijk moment omdat
daarmee:

1.het onderzoek ook wordt gelegitimeerd
binnen de Hogeschool Utrecht

2.er tijd vrij komt om het onderzoeks
proces te versnellen

3.er mogelijkheden onstaan voor meer
ondersteuning op dit project

4. er mogelijkheden ontstaan voor meer
ondersteuning op andere door mij aangestuurde projecten

5.het onderzoek wordt gehonoreerd als zijnde
van maatschappelijk belang

6.het belang van de werkzaamheden van
het lectoraat VOMD wordt bevestigd

Met deze toezegging is een proces tot een positief einde gekomen dat al meer dan een half jaar duurt. Om de "voucher" te realiseren moesten namelijk een groot aantal fasen worden doorlopen : (1) het mobiliseren van draagvlak in het veld (2) de aanvraag voor een facultaire comissie (3) de goedkeuring van de faculteitsdirecteur (4) de voorbereiding door de staforga-nisatie (5) de goedkeuring door een centrale comissie (6) het besluit door het CvB. Mijn dank gaat uit naar alle partijen die me hierbij hebben ondersteund in het bijzonder : Mieke Bal, Jan Brandsma, Hans Jansen, Dick de Wolff, Huib de Jong, Annelies de Jeu, Cees Sprenger, Bart Engbers, Marja Molenaar. Met name gaat mijn dank uit naar Mathi Vijgen.

zaterdag 6 oktober 2007

Adolescentie in Fictie: Orlando

In mijn 'Adolescentie in Fictie' kies ik voor een specifieke wijze van denken. Omdat hierover regelmatig vragen krijg wil ik die bij deze nog eens te verhelderen. De tekst sluit aan bij mijn voorgaande BLOG over fictiviteit & wetenschap. Aan de orde komen :

- het verlaten van het realistisch denken
- het betreden van het nominalistisch denken
- het ontwikkelen van het esthetisch denken

Esthetisch denken:

Realistisch denken betekent dat je ervan uitgaat dat de werkelijkheid in woorden, in systemen, te vangen is. De woorden representeren de werkelijkheid. Als je de woorden, de systemen, benoemt, lees je de werkelijkheid. De meeste realisten zijn inmiddels ook relativisten. Dat wil zeggen : ze beseffen dat ze maar een deel, een afgebakend stukje, werkelijkheid kunnen beschrijven. Het komt aan op precisie. Veel empirisch onderzoekers passen in deze traditie.

Nominalistische denkers gaan ervan uit dat de talige wereld een onafhankelijke werkelijkheid is.Deze talige wereld gehoorzaamd aan eigen wetten. Vanuit een reaslistisch standpunt bezien is daarmee het geschreven woord een fictieve -activiteit is. De geschreven werkelijkheid representeert nooit daadwerkelijk de ' substantiele werkelijkheid' maar kan er slechts naar verwijzen. Daarmee is het geschreven woord per definitie fictief. Wetenschappelijk of niet wetenschappelijk; in principe maakt dat niets uit.

Esthetisch denken kenmerkt zich door de nadruk op de vormgeving van de gedachte. Binnen het esthetisch denken wordt een gedachte gezien als een compositie: een samenhangend geheel. Iedere geslaagde compositie heeft een overtuigende opbouw. Die opbouw hoeft helemaal niet logisch verklaarbaar te zijn. Wel is van belang dat de compositie een 'overtuigend verhaal oplevert'. Zo wordt de nominale werkelijkheid tot een vorm van schoonheid kent.

Work of Art:

De analyse zal een combinatie van taal en beeld zijn . Inmiddels is al overleg gepleegd met de Uitgeverij Agiel die het kijk-luister boek (tweede deel) ook nu weer gaat uitgeven. Voor de financiering wordt gekeken richting de Hogeschool Utrecht, de Vrije Hogeschool / Iona Stichting en het Prins Bernard Fonds. Dit laatste fonds komt met name in aanmerking omdat het gaat om een studie die een wetenschappelijke en kunstzinnige productie tegelijk is : een 'work of art'.

zondag 30 september 2007

Adolescentie in Fictie: Orlando

In " Adolescentie in Fictie" wordt gewerkt aan een post-wetenschappelijke benadering. De post-wetenschappelijke benadering kan gezien worden als het verlengde van een postmoderne onderzoeksmethode. Waar de moderne benadering nog is gebaseerd op een verlichte traditie en stuurt op het vinden van de waarheid door het gebruik van de ratio, gaat deze benadering ervan uit dat de waarheid niet bestaat en dat we het moeten doen met verschillende verhalen (perspectieven). In mijn post wetenschappelijke benadering wil ik nog een stap verder gaan door ook de relkatieve waarheidsclaim van de verschillende perspectieven te laten vallen. Theorie wordt tot een literaire productie, en heeft daarmee de status van een fictief werk.

Het kenmerk van fictie is fantasie. Fantasie ontspruit uit de subjectieve verbeelding.Dat wil niet zeggen dat er niet bij wordt nagedacht. Sterker nog : ik ben van mening dat hoogstaande vormen van verbeelding, alleen kunnen voorkomen als de auteur zijn denkwerk ook heeft gedaan. Het is daarom geen wonder dat grote literatoren als Nabokov, Borges, Brodsky, om er maar een paar te noemen, niet alleen creatief , maar ook intellectueel mensen zijn met enorme vermogens. Voortdurend lijken ze als waarnemer, als analyticus, en als gesprekspartner in relatie te staan met de hun omringende werkelijkheid. Door deze voortdurende dialoog wordt de verbeelding geprikkeld en ontstaat een orgineel, genuanceerd beeld van de werkelijk-heid. Dit fictieve beeld is geen oud beeld, maar een nieuw beeld. Aangezien nieuwe beelden nog niet bestaan zijn ze automatisch werken van de fantasie.

Een tweede kenmerk van fictie is de levende samenhang. Een fictieve wereld heeft zijn eigen samenhang.Het is een wereld met zijn eigen taal, personages en decors. Het is een wereld die in elkaar grijpt als een levend organisme. Door deze organische samenhang heeft fictie ook altijd een ongebruikt potentieel. Het is een geen geisoleerde wereld als een ambtelijke tekst. Het is in feite groter dan de auteur. Het zet aan tot denken. Het inspireert anderen om er verder aan verder te werken. Fictie is geen statische wereld, maar een wereld die voortdurend in beweging is. Elke creatie kan , achter een boom, of een huis, weer een nieuwe creatie oproepen. Niemand is eigenaar van het geheel. Het geheel leeft zijn eigen leven.

Werken vanuit fictie maakt de postwetenschappelijke benadering pas echt interessant. Als onderzoeker stijg je als het goed is uit boven het cognitieve. De intellectuele arbeid is het huiswerk dat gedaan moet worden. Maar dan begint het pas echt; de creatieve daad van een nieuw design.De validiteit daarvan hangt af van een onophoudelijk proces van ontdekking en heront-dekking en een esthetische vormgeving. De verantwoorde theorie die de werkelijkheid vangt kan hooguit de tekst van een personage zijn.

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

In het kader van de verdere ontwikkeling van de Academische School heeft op 27 september een training plaatsgevonden voor een aantal medewerkers aan het project academische scholen (teambijeenkomst) in het kader van de professiona-lisering van de groep. Verder vond een bespreking (seminar) plaats met de leden van de stuurgroep academische scholen in het kader van de voortgang.

De teamleden waren zeer te spreken over de professionalisering. We hebben gewerkt aan de systematiek van het begeleiden/coachen van onderzoekers in de scholen. Dit blijkt niet altijd even gemakkelijk. We hebben gebruik gemaakt van het "driehoekenmodel" zoals dat ook is te vinden in "Van TDL naar SDL" van Hans Janssen.In dit model wordt duidelijk dat begeleiding meestal in drie stappen gaat:

- sturen
- meewerken
- ondersteunen

De onderzoeker werkt ook op derie niveaus waar hij/zij achtereenvolgens in relatie wil t.w. :

- doen
- denken
- willen/durven

Op de bijeenkomst met de leden van de stuurgroep werd duidelijk dat er veel enthousiasme is voor de aanpak van het lectoraat. Steun werd toegezegd aan het plan aan het einde van het jaar te komen met een "toolbox" met onderzoeks-verslagen, een prototype design, een routeplanner & beeld/geluidsmateriaal. Verder werd o.a. duidelijk dat :

- de academische school betekent als elk transformatieproces "leren omgaan met tegenslagen"
- de academische school is een werkwoord, een proces, in plaats van een zelfstandig naamwoord
- de academische school is een al een feit zodra je hem onderzoeksmatig begint te ontwikkelen
- de academische school genereert van meet af aan resultaten zoals op het VRC (Overvecht Presents...)
- de academiische school onderzoeken worden nog vaak te groot aangepakt wat de haalbaarheid in gevaar brengt

Er ligt een vraag vanuit de stuurgroep aan Jeroen Lutters (VODM) om te komen tot een bespreking hoe "lerend" omgaan met proces en problemen (ook in deelprojecten 1 en 4) te beschouwen zijn als leermomenten/leeropbrengsten die het project ten goede komen (ook in resultaat termen).

zaterdag 29 september 2007

Onderzoek & Ontwerp Liberal Arts

In het onderstaande essay "Opvoeding tot Zelfstandig Denken" (1934) betoogt Alfred Einstein waarom het van belang is
zelfstandig te leren denken en hoe je dat kan proces kan stimuleren. Deze visie sluit perfect aan bij de eerdere beschrijving van "Progressieve Liberal Arts Ideaal" zoals die wordt ontwikkelt door de Vrije Hogeschool/het Lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek & Didactiek. Naar verwachting zal in het studiejaar 2008-2009 onder de vleugels van de Faculteit Educatie (Pedagogiek) deze vorm van onderwijs als een "minor" worden aangeboden binnen de Hogeschool Utrecht.

Einstein:

" Het is niet genoeg mensen een vakspecialisme te leren. Daardoor wordt hij weliswaar een te gebruiken machine, maar geen volwaardige persoonlijkheid. Het gaat er om een levend gevoel te ontwikkelen wat nastrevenswaardig is. Mensen dienen een levende sensitiviteit te ontwikkelen wat mooi en wat moreel is. Anders lijkt hij met zijn gespecialiseerde kennis meer op een goedafgerichte hond, dan een harmonieus ontwikkelt schepsel. Hij moet de motieven van andere mensen, hun illusies, hun lijden leren begrijpen, om zo een juiste instelling tegenover individuele mensen en de de gemeenschap te ontwikkelen.Deze waardevolle zaken worden de jongere generatie door persoonlijk contact ,en niet door tekstboeken geleerd. Dit persoonlijk contact is wat cultuur in de eerste plaats kan maken en doen behouden. Dit (niet het droge vakmatige weten op geschied kun dig en filosofisch gebied) heb ik ook op het oog als ik "humanities" als belangrijk aanbeveel.Het teveel benadrukken van het competatieve systeem en het te vroeg specialiseren vanuit het gezichtspunt van een vanzelfsprekende nuttigheid doden uiteindelijk de geest, waarvan het culturele leven en daarmee ook de bloei van de specialismes afhankelijk is.Bij een waarde
volle opvoeding hoort verder dat het zelfstandige kritische denken van de jonge mens ontwikkelt wordt, een ontwikkeling die door een vergaande overbelasting met lesstof in gevaar gebracht wordt (puntensysteem). Overbelasting leidt noodzakelijk tot oppervlakkigheid en cutuurverval. Het leren dient zo ingericht te zijn, dat hetgeen aangeboden wordt als een waardevol geschenk en niet als een zure plicht wordt ervaren."

De Vrije(Hoge) School :

Nadrukkelijk sluit dit "Progressieve Liberal Arts Ideaal" ,deze progressieve vorm van "humanities", aan bij de Vrije (Hoge)school pedagogiek in optima forma. Net als Einstein willen Vrije Scholen kinderen helpen ontwikkelen tot volwaardige persoonlijkheden. Scholen, Hogescholen en Universiteiten moeten plekken zijn voor persoonlijk contact, waardoor werkelijke culturele interesse wordt gewekt. De vrije scholier schuwt daarom niet om hard te werken. Succesvolle scholen letten erop leerlingen niet eenzijdig over te belasten, en altijd weer plaats in te ruimen voor persoonlijke verdieping, praktische interesse en creatieve verwerking. Leren wordt zo een duurzaam "geschenk" inplaats van een "vervelende plicht.

dinsdag 25 september 2007

Project Overvecht Presents

Voor de vakantie is het project "Overvecht Presents..." afgesloten, met het aanbieden van een slotdocument aan minister
Ellen Voogelaar. Na de vakantie volgt nog de fase van "nazorg" , om zo de opbrengst van het project te "borgen". De acties bestaan uit :

(1) gesprek met docenten VRC oktober/november
(2) gesprek met beleidsvoerders begin november
(3) workshop "Sociale Innovatie" op 8 november

ad 1. Het gesprek met de docenten van het Vader Rijn College (VRC) zal gevoerd worden aan de hand van de analyse door Jeroen Lutters/Friso van Wiersum. Aan de orde komt vooral hoe moeilijk het is jongeren te mobiliseren/motiveren in school & wijk en hoe "commitment", en "continuiteit" in beleid en uitvoering daarbij van belang zijn op de werkvloer.

ad 2. Een slotgesprek wordt gevoerd (te denken valt aan het Polmanshuis) met een kleine groep beleidsvoerders (NUOVO, Gemeente, HU) . Daarbij wordt aandacht besteed aan dezelfde analyse.Met aandacht wodt ook ingegegaan op de aanbeve-lingen en wat dat betekent op strategisch niveau.

ad 3. Op het openingscongres van de FMR, lectoraat Sociale Innovatie (van Hans van Ewijk) zullen wij mogelijk een worksop geven over succes en faalfactoren bij transformatieprocessen. Aandacht zal wordxen besteed aan het feit dat cultuurveran-dering daadwerkelijk "ownership" vraagt.

Net als voor de vakantie zal het geheel aan activiteiten worden gecoordineerd door Friso van Wiersum. Jeroen Lutters en Bart Engberts zijn de deelnemende partijen. Gemikt wordt op een duurzaam resultaat in de zin van kwaliteitsverbetering/profes-sionalisering/ innovatie van Jeugd, Stad en Opleiding. Deze eerste fase van het project zal echter worden afgerond
in 2007.

maandag 24 september 2007

Onderzoek & Ontwerp Liberal Arts

Op 24 september heeft een gesprek plaatsgevonden met Hanke Drop over de Pre-Masters Liberal Arts. Het gaat om een produkt van de Vrije Hogeschool (zie eerder genoemde opdracht). De bedoeling is dat het produkt binnen HU context (Faculteit Educatie/Ecologische Pedagogiek) wordt uitgevoerd. Er aan meewerken medewerkers van de HU en de VH.Ondersteuning wordt verleend doorde Ionastichting. In het overleg is het nodige duidelijk geworden omtrent:

- taakverdeling
- netwerk
- internationalisering


Taakverdeling: Er komt een taakverdeling tussen Hanke en Jeroen. Jeroen zal het programma van de minor inhoudelijk verder uitwerken op basis van de eerder genoemde 'perspectivistische' benadering (die overigens ook van harte werd ondersteund door Hanke. Hanke zal zich met name bezighouden met het maken van een draaiboek waarin tot in detail is doorgedacht wie, wat, wanneer, waar moet doen. We gaan Jacob de Ruyter van het Scala College vragen of het een bijdrage wil leveren aan het ontwikkelen van engelstalig onderwijsmateriaal.

Netwerk: Hanke heeft de toegang gekregen tot een aantal personen, met wie ze binnenkort contact gaat opnemen. O.a. is dat met Jos Theunissen die de minoren/pre-masters coordineert voor de FE. Het draaiboek is dermate gedetailleerd dat het voor mensen die niet thuis zijn in de thematiek of het proces een gerustelling vanuit gaat. Dat wil niet zeggen dat het concept draaiboek meteen al vastgesteld is. Het lijkt een goed idee om de concept versie met een aantal personen door te spreken alvorens het wordt besproken in het voorgenomen directieoverleg eind oktober. Gezien de rol van de VH in dit geheel zal Hanke binnenkort een gesprek hebben met Marja Molenaar. Jeroen Lutters regelt een afspraak.

Internationalisering: Gezien het onderwerp van de Pre-Masters lijkt het interessant ook te mikken op een internationale doelgroep studenten. Indien mogelijk zal de Pre-Masters in het Engels worden gegeven. Ook de studieplekken kunnen voor een deel in het buitenland zijn. Daarbij wordt met name gedacht aan Engeland, en in een later stadium (na volgend jaar) aan de Verenigde Staten. In beide landen bestaat een rijke Liberal Arts traditie die de kwaliteit van de opleiding ten goede kan komen. Ook kan Hanke's bekendheid met de internationale context hierbij van hulp zijn (beurzenprogramma). Tenslotte past het product nu nog beter binnen het HU beleid omdat dat gericht is op internationalisering. Gezien de internationale opzet is het ook van belang dat de minor in "blok" wordt uitgevoerd en niet in "lint".

Onderzoek & Ontwerp Academische Scholen

In het kader van dit onderzoek vonden op 24 september 3 belangrijke gesprekken plaats: een op het Delta College, een op de Archimedes Lerarenopleiding, en een over het Minkema College. Van belang om te weten is :

(1) Op het Delta College heeft een gesprek plaats gevonden tussen Colinda Burger (Archimedes) Guus Peek (Delta directeur) Paul de Ruiter( Delta projectleider) en Fiona (HKU) en Jeroen Lutters (FE). Afgesproken is dat het onderzoek nu in de uitvoe-ring moet komen. Daarvoor is belangrijk dat Paul en Colinda een uitvoeringsprogramma opstellen waarin : (1) vraag/thema (2) werkwijze (3) beoogd resultaat duidelijk naar voren komen. De aanbeveling is gedaan het onderzoek vooral klein/haal-baar te houden. Aan het einde moet het resultaat worden doorvertaald van school- naar projectniveau.Het thema van het onderzoek is: het scheppen van een leeromgeving ten behoeve van een continu proces professionaliseren van docenten binnen een pluriforme leercultuur (verschillende leerstijlen). Paul de Ruiter neemt de leiding. Hij professionaliseert zichzelf meteen door parallel de minor Educatief Design te volgen, Hij weet dat het ruwe materiaal in januari moet zijn opgeleverd. Het Delta College is bekend met het eindprodukt. Gestreefd wordt naar een bijdrage (onderzoeksverslag) voor de toolbox "Leerlandschap Academische School" . In deze "toolbox" komen de onderzoeksverslagen, een integrale publicatie, foto/filmmateriaal, en een "routeplanner" te zitten. Op 5 oktober om 13.30 staat een afspraak gepland met Uitgeverij Agiel om deze box uit te geven. De box moet in juni klaar zijn voor de "Slotmanifestatie".

(2) De Archimedes Lerarenopleiding wil meer betrokken raken bij de Dieptepilot Academische Scholen. Om meer inzicht te geven in de situatie krijgen ze van Jeroen Lutters/Eva van Berne een overzicht van de stand van zaken van de verschillende betrokken scholen. Met dit overzicht in de hand kan een gesprek plaatsvinden omtrent een omschreven "onderzoeks opdracht" voor de Archimedes Lerarenopleiding. Dit lijkt van belang omdat de Lerarenopleiding een aparte/uitzonderlijke functie vervult. Een onderzoeksverslag voor de 'box' is ook hier het doel op projectniveau. Een projectleider zal worden aangesteld. De directie vindt het overigens vooral van groot belang dat de Academische School structuur ook na het
project dat nog dit jaar loopt geborgd wordt. Zoals het er nu uitziet zal het onderzoek vooral gaan over de werking van leerteams. Te denken valt aan een vergelijkend onderzoek op 2 scholen met leerteams. Op een school kan dan de Archimedes intensief meewerken. Op de andere niet. Het is heel interessant erachter te komen wat dit betekent voor het functioneren van het leerteam, zowel in werkwijze als in resultaten. De wens van de Archimedes is overigens dat in principe medewerkers voor een deel onderzoeken en voor een deel meewerken in het onderwijs. Ideaal is een 60-40 verhouding.

(3) Op het Minkema College, wordt olv Karin Loggen en Wim Pon, hard gewerkt aan de Dieptepilot Academische Scholen. Er
is contact geweest met de leiding van Educatief Design over het onderzoek. Verder ligt er een vraag bij Centrum Archimedes/ vakgroep wiskunde voor een "Incompany Training" Educatief Design voor de medewerkers. De vraag is doorverwezen naar wiskunde omdat wiskunde aan de wieg staat van de minor Educatief Design. Deze vraag is een direct voortvloeisel van de Minor Educatief Design die vorig jaar succesvol heeft geopereerd op het Minkema College. Met deze stap is Minkema verder
gegaan op de lijn dat hun thema "Ontwerpen" in concreto " Het scheppen van een omgeving en een taal waarbinnen zich docent-ontwerpers" ontwikkelen. Mensen die instaat zijn projectmatig, vanuit kennis & kunde, het onderwijs permanent te vernieuwen. Zo bestaat er een grote verwantschap tussen dit deelonderzoek en dat van het Holland College en van het Delta College.

In week 42 doet Jeroen Lutters zijn ronde schoolbezoeken. Gezien de voortgang bij het Delta lijkt het niet nodig dat hier in week 42 een nieuw bezoek plaatsvind. Wel is van belang dat in de komende 2 weken een onderzoeksopdracht totstand komt. Daarnaast is het zaak dat in de komende 2 weken een bijeenkomst "Scholen Ontwerpen" wordt gepland op het Delta
College.

vrijdag 21 september 2007

Onderzoek & Ontwerp Liberal Arts

In het kader van het ontwikkelen van het ontwikkelen van een Progressief Liberal Arts Curriculum is door de Vrije Hogeschool (Bernard Lievegoed College for Liberal Arts i.o.) gevraagd om vanuit het lectoraat VOMD op twee tereinen ondersteuning te bieden:

(1) het formuleren van een ontwikkelplan voor de realisatie van een opleiding Liberal Arts
(2) het formuleren van een leerlandschap Liberal Arts voor de voorgenomen minor/pre-masters Liberal Arts


Minor Liberal Arts:
De minor heeft daarbij de prioriteit, omdat de minor wordt beschouwd als een "hefboom" om te komen tot realisatie van een volwaardige opleiding (zoals geformuleerd in het koersdocument). Anders gezegd : de minor is de eerste stap in het ontwikkel- plan. Om te komen tot een ontwikkelplan is Jeroen Lutters bezig met de samenstelling van een team. Daarbij betrokken zijn Hanke Drop (HU) en Jacob de Ruyter (docent Scala).Een eerste gesprek met Jacob de Ruter heeft op donderdag 20 september plaatsgevonden. Maandag 24 september volgt een gesprek met Hanke Drop. Het is de bedoeling dat het concept opleidingsplan van de minor rondom 18 oktober klaar is, zodat het voorgelegd kan worden aan de directie/het bestuur van de Vrije Hogeschool. Eind oktober kan dan een gesprek plaatsvinden met de directie van de masters ecologische pedagogiek en de faculteit educatie om het daar o0nder te brengen.

Visie op het doel:
Van groot belang is de visie op het doel en de werkwijze. Inmiddels heeft in dit verband een eerste gesprek plaatsgevonden tussen Jacob de Ruyter en Jeroen Lutters. Uitgangspunt is te komen tot een methodisch- didactische inzichtelijke opleiding structuur. De opleiding stelt zich ten doel studenten in de bachelorsfase, in de vorm van een pre-masters/minor, een moge-lijkheid aan te rijken te komen tot verbreding/verdieping van kennis door het aanreiken van een "andere" manier van leren. Centraal daarbij staat: de aandacht voor het detail, het andere, iets waarover ik al eerder sprak in termen van "poetisch bewustzijn", maar die ik nu samen wil vatten als "perspectivisme". Dit doel komt niet uit de lucht vallen. Het komt voort uit een door studenten en docenten van middelbare scholen en hogescholen gevoelde noodzaak en is daarmee zeer relevant om een plek te krijgen in het Hoger Onderwijs. Het probleem dat wordt ervaren is dat je als leerling/student vaak maar op een manier (de manier die ze al weten e vaststaande uitkomsten heeft) weet te leren. Dit leidt, bewust of onbewust, tot een beperking van kennis. In het opleidingstraject dat we hier voor ogen hebben is het juist van belang dat de student leert vanuit meerdere perspectieven een probleem te benaderen, om zo te komen tot (onvermoede) kennis. Behalve dat hij/zij leert vanuit verschillende perspectieven te handelen leert hij op meta-niveau zich bewust te worden van het bestaan van meerdere ingangen, hetgeen hem helpt in vrijheid te kiezen wat hij wil weten of zelfs een eigen (toegevoegde) weg te ontwikkelen. Kennis is een kwestie de juiste ingang, de juiste leerstrategie, te vinden, te maken. Door die te vinden, door
je daar bewust van te worden, door die te ontwerpen, ontwikkel je je eigen genialiteit.

Visie op de werkwijze:
De minor wordt projectmatig opgezet waarbij studenten zich groeperen rondom een inhoudelijk inspirerend thema dat
ze zelf kiezen. Vereiste is dat een inhoudelijk thema's geen methodiek is. De methodiek bevindt zich op het niveau van het perspectief dat je hanteert om binnen te dringen in de inhoud. Dat is de tweede keuze die de student moet maken. Kortom voor iedere student/docent is het van belang een dubbele keuze te maken : op inhoudelijk niveau & op methodisch vlak. De inhoud werkt daarbij als inspiratiebron, de methode als onderzoeksvorm. Om te komen tot een heldere inhoudelijke keuze (identiteit te bepalen) wordt gevraagd het gekozen onderwerp te situeren binnen een van de volgende
3 inhoudsgebieden :

(1) natuur
(2) cultuur
(3) metafysica.

Als het gaat om de te hanteren methodiek wordt gevraagd in ieder geval de volgende 7 perspectieven te betrekken :

(1) analyse
(2) dialoog
(3) narratief
(4) systematiek
(5) ordening
(6) samenklank
(7) integratie

Deze beschrijving is ontleend aan de 7 Vrije Kunsten. Ze kunnen ook anders worden gedefinieerd.Ter introductie op het referentiekader, en als inspiratie, worden de studenten aan het begin van de opleiding bekend gemaakt met de 3 inhouds-gebieden en de 7 methodische perspectieven.

Resultaat:
Uiteindelijk is het zaak datt gewerkt wordt aan een produkt dat op persoonlijk niveau, op opleidingsniveau, en op maatschappelijk niveau kan worden verdedigd. Het is zaak dat deze informatie niet verloren gaat maar in een "open
source" vorm beschikbaar is voor ieder die daar behoefte aan heeft. De gedachte gaat daarom uit naar de ontwikkeling van een website/weblog waarop voortdurend produkten en tussenprodukten worden gepubliceerd. Omdat schriftelijke publicatie onvoldoende is wordt van de deelnemers gevraagd op gezette tijden binnen verschillende (ook openbare) contexten het podium te betreden en uitdrukking te geven (in gesprek te gaan over) waar je mee bezig bent . Daarbij wordt gestimuleerd een eigen stijl te ontwikkelen, of te wel te werken volgens een systeem van "meervoudige geletterdheid". Daarbij valt o.a. te denken aan Digital Story telling.Beoogd resultaat is dat de geslaagde student van de minor/pre-master aan het einde van het traject uitstroomt op een wijze die het hem (samen met de rest van het bachelorsprogramnma) mogelijk maakt om succes-volle masters te beginnen op een Hogeschool of Universiteit. In onze ogen mag je namelijk van een masterstudent verwach-ten dat hij/zij zich niet beperkt tot een enkele kenweg, maar zelfstandig een ingang kan vinden om een probleem/een thema te exploreren en daarmee op avontuurlijke & onverwachte wijze nieuwe resultaten te boeken.

Slot
Het is interessant dat de Vrije Hogeschool, die deze belangrijke minor/pre-master zal gaan verzorgen, met deze benadering
in feite de kwaliteit van "het tussenjaar" inbouwt tussen bachelor en mastersfase van de Hogeschool/Universiteit. Al eerder deed de Vrije Hogeschool iets vergelijkbaars tussen de middelbare school & bachelorsfase. In feite was de basisgedachte daarbij hetzelfde.Bernard Lievegoed heeft steeds weer gewezen op het openen van meerdere perspectieven om zo te komen tot nieuwe kennis; kennis die anders verborgen blijft en zaken "non-existent" laat die in feite wel bestaan maar door een ge-brek aan mogelijkheden deze gebieden binnen te treden, niet wordt ontdekt. In een proces van "Dysacademia" (zie Blog Pedagogische Revolutie) is het gevaar aanwezig dat de student op een beperkt spoor blijft rijden en in feite niet komt tot "nieuwe kennis". Liberal Arts in de vorm zoals hier bepleit kan in "de vrije ruimte" dit tekort aanvullen.De student leert om niet verleden georienteerd (oude leerdoelen), maar toekomst georienteerd (nieuwe perspectieven) te zijn en daarmee zichzelf te overstijgen.

Voor meer info raadpleeg: Jeroen Lutters - Adolescentie in Fictie: Caravaggio's verbeelding van de adolescent.(Agiel 2006) Daarin wordt gewerkt met de genoemde "perspectivistische" methode.